Thermoplasten zijn plastic materialen die buigzaam of kneedbaar worden als ze boven een bepaalde temperatuur worden verhit en hard worden als ze afkoelen.
Er zijn verschillende lasmethoden ontwikkeld voor thermoplasten. Er zijn drie factoren waarmee je rekening moet houden bij het lassen van thermoplasten:
Warmte: Elke thermoplast smelt binnen een bepaald temperatuurbereik. Om te beginnen met lassen wordt het oppervlak van het thermoplastische materiaal verwarmd tot het smeltpunt. Voor een optimale las is het belangrijk om tussen de minimale en maximale lastemperatuur te blijven voor de thermoplast die je gebruikt.
Druk: Nadat twee thermoplastische materialen tot hun smeltpunt zijn verhit, worden ze samengedrukt tot ze afkoelen. De druk die op het materiaal wordt uitgeoefend, zorgt ervoor dat de moleculen in de twee materialen zich vermengen of herpositioneren. Voor een optimale las is het belangrijk om de juiste drukbalans te vinden.
Tijd: Verschillende soorten thermoplasten hebben een bepaalde tijd nodig om te smelten en af te koelen. Voor een optimale las is het belangrijk goed op de hoogte te zijn van de eigenschappen van het materiaal waarmee je werkt.
Polypropyleen (PP). Industrieën zoals kanalen en verpakkingen gebruiken weefsels met een polypropyleencoating voor verschillende toepassingen.
Polyethyleen (PE). In de landbouw en de geomembraanindustrie wordt polyethyleen al jaren gelast, maar ook de signindustrie is begonnen met deze manier van lassen.
Polyvinylchloride (PVC). In de zonwering-, uithangbord-, banner-, tent- en leidingindustrie wordt vaak gelamineerd PVC-weefsel gebruikt.