Deze handleiding is bedoeld als leidraad bij het gebruik van de RFlex Press. Volg de aanbevelingen en specificaties nauwkeurig op voor optimale prestaties van uw lasapparaat.
Inhoudsopgave
- Hoofdstuk 1: Beoogd gebruik
- Hoofdstuk 2: Veiligheidstekens en pictogrammen
- Hoofdstuk 3: Technische gegevens
- Hoofdstuk 4: Technische beschrijving
- Hoofdstuk 5: Montage en installatie
- Hoofdstuk 6: Werking
- Hoofdstuk 7: Selectie van lasparameters
- Hoofdstuk 8: Onderhoud
- Hoofdstuk 9:
Gezondheid en veiligheid op het werk
- Hoofdstuk 10: Elektrische documentatie
- Hoofdstuk 11: Pneumatische documentatie
- Hoofdstuk 12: Algemene instructies
- Hoofdstuk 13: Bijlagen
- Hoofdstuk 14: Aanvullende machinedocumenten
Bel voor meer technische informatie over deze machine ons Resolution Center op 1-855-888-WELD of stuur een e-mail naar service@weldmaster.com.
1.0 Machineoverzicht/bedoeld gebruik
De RFlex Press is de kleinste machine in ons assortiment radiofrequentiemachines. Hij is robuust gebouwd en ontworpen voor nauwkeurigheid en een lange levensduur en heeft een zeer robuuste montageslede met stalen kop en een dubbel "V"-mechanisme.
Voor naaiwerk wordt een kleine houder aanbevolen voor goed zicht en toegang tot het werkgebied. Voor andere toepassingen kan een grote houder geleverd worden die een stevige ondersteuning biedt voor een groot werkgebied. Er zijn ook voorzieningen beschikbaar om de keelruimte te vergroten, wanneer overtollig materiaal achter het gereedschap moet worden geplaatst.
De machine wordt veel gebruikt in de medische, automobiel- en kledingindustrie voor het lassen van kleine, aanbouwdelen, zoals slangen, lucht- en vloeistofkleppen, haken, tules, platen, enz. RFlex De pers heeft een HF-vermogen van 0,5 tot 4 kW. De machine is het perfecte gereedschap voor aanvullende productie waar precisie, handzaamheid, duurzaamheid en kracht belangrijk zijn. Miller Weldmaster zet kwaliteit, precisie, efficiëntie, veiligheid en eenvoud van ontwerp altijd op de eerste plaats.
DE BELANGRIJKSTE MACHINEKENMERKEN:
- het routineonderhoud van de machine is zeer eenvoudig;
- kan het persen nauwkeurig worden aangepast;
- de fabrikant de noodknop op het bedieningspaneel heeft geïnstalleerd;
- de machine is uitgerust met een signaallichtkolom om de veiligheid van de machinist te verhogen wanneer de machine ingeschakeld is;
- dankzij het aanraakgevoelige HMI-paneel kan de machinist de inschakelduur van de machine programmeren en regelen;
- Met de programmeertool kan de operator in het systeem parameters invoeren zoals: de lastijd en het vermogen samen met de koeltijd;
- Met behulp van het HMI-paneel op de machine kan de operator vele lasprogramma's opslaan voor verschillende soorten materialen, laat staan de programma's die gebruikt worden voor het werken met verschillende soorten elektroden;
- de machine is uitgerust met de extra aardelektrode om de gebruiker te beschermen tegen het verhoogde niveau van HF niet-ioniserende straling die door de machine wordt uitgezonden;
- ZTG HF AutoTuning System™ - de machine is uitgerust met het automatische regelsysteem voor het uitgangsvermogen om de veiligheid van de machinist te verhogen;
- ZTG SafeDOWN™ - de machine is uitgerust met het systeem dat de operator effectief moet beschermen tegen de elektrode wanneer deze omlaag wordt gebracht;
- ZTG Flash™ - een ander systeem van de machine dat verondersteld wordt de elektrode en het ruwe materiaal dat gelast wordt te beschermen tegen mogelijke schade veroorzaakt door een boogoverslag;
- Alle machines hebben CE-conformiteitscertificaten ontvangen.
HOOGFREQUENTE TECHNOLOGIE:
Hoogfrequent lassen, ook bekend als radiofrequentie (RF) of diëlektrisch lassen, is het proces waarbij materialen samensmelten door radiofrequentie-energie toe te passen op het te verbinden gebied. De resulterende las kan net zo sterk zijn als de oorspronkelijke materialen.
HF-lassen vertrouwt op bepaalde eigenschappen van het te lassen materiaal om warmte te genereren in een snel wisselend elektrisch veld. Dit betekent dat alleen bepaalde materialen met deze techniek kunnen worden gelast. Het proces houdt in dat de te verbinden delen worden blootgesteld aan een elektromagnetisch veld met een hoge frequentie (meestal 27,12 MHz), dat normaal gesproken tussen twee metalen staven wordt aangebracht. Deze staven dienen ook als drukmiddel tijdens het verhitten en afkoelen. Het dynamische elektrische veld zorgt ervoor dat de moleculen in polaire thermoplasten gaan oscilleren. Afhankelijk van hun geometrie en dipoolmoment kunnen deze moleculen een deel van deze oscillerende beweging omzetten in thermische energie en verwarming van het materiaal veroorzaken. Een maat voor deze interactie is de verliesfactor, die afhankelijk is van temperatuur en frequentie.
Polyvinylchloride (PVC) en polyurethanen zijn de meest voorkomende thermoplasten die met het RF-proces kunnen worden gelast. Het is mogelijk om andere polymeren RF te lassen, waaronder nylon, PET, PET-G, A-PET, EVA en sommige ABS-harsen, maar hiervoor zijn speciale omstandigheden vereist. Nylon en PET zijn bijvoorbeeld lasbaar als er naast het RFvermogen ook voorverwarmde lasstaven worden gebruikt.
HF-lassen is over het algemeen niet geschikt voor PTFE, polycarbonaat, polystyreen, polyethyleen of polypropyleen. Vanwege de dreigende beperkingen in het gebruik van PVC is er echter een speciale soort polyolefine ontwikkeld die wel geschikt is voor RF-lassen.
De primaire functie van HF-lassen is het vormen van een verbinding in twee of meer diktes plaatmateriaal. Er zijn een aantal optionele mogelijkheden. Het lasgereedschap kan worden gegraveerd of geprofileerd om het gehele gelaste gebied een decoratief uiterlijk te geven of het kan een reliëftechniek bevatten om belettering, logo's of decoratieve effecten op de gelaste delen aan te brengen. Door een snijkant naast het lasoppervlak te plaatsen, kan het proces tegelijkertijd lassen en snijden. De snijkant drukt de hete kunststof voldoende samen zodat het overtollige materiaal kan worden afgescheurd, vandaar dat dit proces vaak tear-seal lassen wordt genoemd.
LET OP: De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of letsel als gevolg van onjuist gebruik van dit apparaat.
LET OP: Lees alle instructies in deze Bedienings- en Onderhoudshandleiding zorgvuldig door en volg ze op om het apparaat optimaal en veilig te kunnen gebruiken.
OPGELET: Alle arbeiders die opgeleid zijn in operationele veiligheid, werkprocedures en lasmachinerisico's, alsook zij die bevoegd zijn om de lasmachine te bedienen, worden door de Aannemer verzocht om het bijgevoegde formulier met leesbare handtekening te ondertekenen.
LET OP: Het hoogfrequent lasapparaat is ontworpen en geproduceerd in een uitvoering die ongeschikt is voor personen met een handicap. Als de machine bediend moet worden door gehandicapten, moet de machine na overleg met de fabrikant op de juiste manier worden aangepast.
2.0 Veiligheidstekens en pictogrammen
2.1 Algemene informatie
Om het lasapparaat op een optimale en veilige manier te gebruiken, dient u alle instructies in deze Bedienings- en Onderhoudshandleiding zorgvuldig te lezen en op te volgen, met name ook alle waarschuwingen, verbods-, beperkings- en beveligingsinformatie en -tekens.
Op basis van de informatie in deze Operation & Maintenance Manual moet de klant Werkplekhandleidingen voor werknemers opstellen.
De Klant is volledig, wettelijk en materieel aansprakelijk voor alle gebeurtenissen die het gevolg zijn van onvoldoende kennis van deze Bedienings- & Onderhoudshandleiding of het niet naleven van de principes van de Arbo.
WAARSCHUWINGEN OP DE APPARATEN EN/OF BESCHREVEN IN ONDERHANDLEIDENDE BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDINGEN WORDEN UITSLUITEND VERPLICHT.LET OP: Voordat iemand met het HF lasapparaat gaat werken, is het verplicht om kennis te nemen van de Bedienings- en Onderhoudshandleiding.
LET OP: Elke ontvanger of persoon die door de ontvanger is geautoriseerd op basis van deze Bedienings- en Onderhoudshandleiding en de juiste karakteristieken van de productietechnologie is verplicht verschuldigd om een HANDLEIDING VOOR WERKSTANDEN uit te geven voor operators.
LET OP: Het hoogfrequent lasapparaat mag ALLEEN bediend worden door werknemers die getraind zijn in het onderhoud van het apparaat en in INDUSTRIËLE VEILIGHEID met speciale aandacht voor de mogelijke risico's die het apparaat met zich meebrengt.
ATTENTIE: Gedurende de gehele levensduur van het apparaat raadt de fabrikant de koper aan om gebruik te maken van getraind onderhoudspersoneel dat door de fabrikant is geleverd of een serviceteam dat door de fabrikant is geautoriseerd.
ATTENTIE: De fabrikant raadt sterk aan om het lasapparaat alleen in een industriële omgeving te installeren.
ATTENTIE: De machine moet goed waterpas staan en moet een vaste werklocatie hebben.
LET OP: Onzorgvuldig gebruik van het apparaat tijdens transport (verplaatsing) kan leiden tot ernstig letsel of ongevallen.
LET OP: De generator wordt gevoed door de levensgevaarlijke spanning van het elektriciteitsnet 3 x220 VAC; 50 Hz. Het apparaat heeft een hoog voltage tot 5000 VDC. Alle service- en preventiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door getraind personeel met de wettelijk vereiste bevoegdheden.
OPGELET: De koper moet zorgen voor een correcte uitvoering en regelmatige preventieve controle van de installatie van de bescherming tegen elektrische schokken voor elk apparaat dat in gebruik is. Alle verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de koper.
ATTENTIE: De lampspanning moet dezelfde zijn als gespecificeerd in het gegevensblad van het product - het is mogelijk om deze aan te passen met behulp van aftakkingen aan de primaire zijde van de gloeilamptransformator.
ATTENTIE: De lamp moet na de installatie ongeveer een uur worden voorverwarmd.
ATTENTIE: Alle werkzaamheden binnen de zone van de actieve perseenheid van de pers, d.w.z. het vervangen van het apparaat, kunnen alleen worden uitgevoerd met speciale voorzorgsmaatregelen door een getraind serviceteam.
LET OP: De machine kan op elk moment noodstop worden gezet door op de NOODSTOPknop te drukken. STOP-knop (de rode knop op gele achtergrond).
ATTENTIE: De werkomgeving van de machine, de vloer en de handmatige houders en handgrepen moeten altijd schoon en vrij van verontreiniging, vet of modder zijn om het risico van uitglijden of vallen tot een minimum te beperken.
WAARSCHUWING: Haal de stekker uit het stopcontact voordat u toegangspanelen verwijdert of deuren opent. Alle afschermingen en toegangspanelen moeten op hun plaats zitten voordat u deze machine bedient.
LET OP: De temperatuur van de elektrode kan oplopen tot 100 °C. Daarom kan men zich bij aanraking verbranden.
LET OP: De lamp bevat zeldzame aardmetalen en zeldzame aardmetaaloxiden die zeer giftig zijn. In geval van breuk moet de lamp met de grootste zorg en met behulp van gespecialiseerd diensten.
LET OP: Hoogfrequent lasapparaat is de bron van niet-ionische elektromagnetische straling. Na installatie van de machine bij de koper moet de niet-ionische straling worden gemeten. De stralingsmetingen moeten worden uitgevoerd door een erkend bedrijf.
LET OP: Hoogfrequent lasmachines moeten op een vaste werkplek werken, omdat voor omzetting nieuwe metingen van de intensiteit van niet-ionische straling nodig zijn..
LET OP: Het is verboden voor mensen met een geïmplanteerde pacemaker om in de zone met actieve straling te verblijven..
ATTENTIE: De fabrikant raadt zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven af zich in de zone met actieve niet-ionische straling te begeven..
LET OP: Het hoogfrequent lasapparaat is ontworpen en geproduceerd in een uitvoering die ongeschikt is voor personen met een handicap. Wanneer de machine bediend moet worden door personen met een handicap, moet de machine na overleg met de fabrikant op de juiste manier worden aangepast.
3.0 Technische gegevens
Machine type |
ZD-NX-4 |
Lasmaterialen |
PVC, PVC-gecoate stoffen |
Stroomvoorziening |
3 x 220 V; 50/60 Hz |
HF Vermogen |
4 kW |
PLC-stuurprogramma |
Delta |
Stuurspanning |
24 VDC |
Geïnstalleerde capaciteit |
6 kVA |
Aanpassing uitgangscapaciteit |
handmatige/autotuner |
Hoofdschakelaar |
D25 A; vertraagd |
Werkfrequentie |
27,12 MHz |
Frequentiestabiliteit |
+/- 0.6 % |
Antivlotsysteem, ZEMAT TG |
ultrasnelle gevoelige ARC-sensor |
Persluchtverbruik |
11 nl/cyclus |
Afmeting werktafel |
800 x 410 mm |
Lasoppervlak |
100mm^2 |
Slag van de aandrijving |
~ 100mm |
Aandrijving voor drukelektrode |
pneumatisch |
Aandrijving aardelektrode |
pneumatisch |
Drukkracht (max) |
1200 kG |
Generatorlamp |
ITL 12-1 |
Koelvloeistof |
lucht |
Gewicht machine |
~ 3500 kg |
Afmetingen |
ZIE BIJLAGEN |
4.0 Technische beschrijving
Het belangrijkste element van de ZD-NX-4 hoogfrequent lasser is de dragende structuur die bestaat uit gelaste stalen platen en profielen. Alle andere machineonderdelen zijn op deze structuur gemonteerd. De draagconstructie kan worden onderverdeeld in twee basisonderdelen:
- Aan de achterkant zit de hoogfrequent generator samen met de anode transformator en de schakelkast. Dit deel zit in de verwijderbare schilden die worden beschermd door de eindschakelaarsleutel.
- aan de voorkant de werktafel waarop het lasmateriaal wordt opgestapeld. De las wordt gemaakt wanneer de elektrode tegen de tafel wordt gedrukt door de geïsoleerde klem die via de tussenplaat verbonden is met de voethefboom. Boven de tafel bevindt zich een bedieningspaneel HMI
De aangebrachte schilden samen met de schakeltoetsen moeten de emissie van niet-ioniserende straling minimaliseren. Het is ten strengste VERBODEN om het lasapparaat te bedienen zonder de beschermkappen op!!!
- CONTROLESYSTEEM bestaande uit PLC en HMI-aanraakpaneel, besturings- en bedieningscomponenten op het hoofdbedieningspaneel en andere elektrische en elektronische apparatuur op de machine
- COMPRESSED AIR bestaat onder andere uit een persluchtvoorbereidingsunit, wisselkleppen en pneumatische aandrijvingen.
- De GENERATIE die bestaat uit een hoogfrequente zelfopwekker van desintegratieconstanten die voornamelijk bestaat uit de LC kring met hoge Q factor ingesteld op 27.30MHz. Het systeem bestaat ook uit de lopende-golfbuis, de anodetransformator, de gloeidraadtransformator en het buiskoelsysteem;
De aangebrachte schilden samen met de schakeltoetsen moeten de emissie van niet-ioniserende straling minimaliseren. Het is ten strengste VERBODEN om het lasapparaat te bedienen zonder de beschermkappen op!!!
De machine maakt volledig gebruik van de volgende systemen:
- DE BEDIENING bestaande uit de PLC met het aanraakgevoelige HMI-paneel, bedieningsorganen en indicatoren op het hoofdbedieningspaneel dat is bevestigd aan de verlengarm en andere elektrische en elektronische apparatuur die op deze machine is geïnstalleerd; en
- DE VOORBEREIDING VAN DE COMPRESSED AIR bestaat voornamelijk uit de persluchtvoorbereidingsset, inclusief: verdeelkleppen en pneumatische aandrijvingen; en
- DE GENERATOR bestaande uit een hoogfrequente zelfopwekker van desintegratieconstanten die voornamelijk bestaat uit de LC kring met hoge Q factor ingesteld op 27.30MHz. Het systeem bestaat ook uit de lopende-golfbuis, de anode transformator, de gloeidraad transformator en het buiskoelsysteem;
De laselektrodehouder is uitgerust met een automatisch grijpsysteem dat wordt bediend via het HMI touchpanel. Hierdoor kunnen elektroden zonder gereedschap worden vervangen.
De aangebrachte schilden samen met de schakeltoetsen moeten de emissie van niet-ioniserende straling minimaliseren. Het is ten strengste VERBODEN om het lasapparaat te bedienen zonder de beschermkappen op!!!
Bovendien zijn er laserindicatoren geïnstalleerd op het chassis van de machine om het gelaste materiaal gemakkelijk op de werktafel te kunnen positioneren.
5.0 Montage en installatie
5.1 Informatie en tekenen van beperkingen en verplichtingen
De fabrikant zorgt voor een geschikte verpakking van het apparaat voor het moment van transport. Het type en de duurzaamheid van de verpakking zijn aangepast aan de afstand en het transportmiddel, en dus aan het potentiële risico van schade tijdens het transport. De Fabrikant stelt voor dat elke Klant de transportmiddelen en het technische servicepersoneel van de Fabrikant gebruikt.
De opslag van de machine vereist geen speciale vereisten, behalve een geschikte opslagomgeving.
De opslagruimte moet voldoende bescherming bieden tegen weersinvloeden, moet zo droog mogelijk zijn en een aanvaardbaar vochtigheidsniveau hebben (minder dan 70%). Het is ook noodzakelijk om te zorgen voor de juiste bescherming tegen corrosie, vooral met betrekking tot metalen onderdelen die om technische redenen niet geverfd zijn.
Als de machine wordt geleverd in een doos en verpakt is in plastic dat een corrosiewerende atmosfeer genereert, moet de machine gedurende de hele opslagperiode verpakt en ingepakt blijven.
Ter bescherming tegen vochtigheid wordt aanbevolen om de machine niet rechtstreeks op de vloer van de opslagruimte op te slaan, maar op pallets.
Een onderdeel dat in elk stadium speciale aandacht en behandeling vereist - inclusief opslag - is de generatielamp (triode). De lamp moet worden opgeslagen in de originele verpakking, in verticale positie, met de anode naar boven of beneden gericht, in een droge ruimte. De lamp is een hoogvacuüm, metalen en keramisch onderdeel dat uiterst kwetsbaar is en niet geraakt of gevallen mag worden, zelfs niet van geringe hoogte.
De lamp langere tijd stoten, laten vallen, schudden of kantelen kan leiden tot permanente en onomkeerbare beschadiging van de lamp, en dat gebeurt meestal ook. Met name de gloeidraad van de lamp-kathode kan breken, wat in de meest extreme gevallen kan leiden tot interne kortsluiting of lampbreuk.
LET OP: De lamp bevat zeldzame aardmetalen en zeldzame aardmetaaloxiden die zeer giftig zijn. In geval van breuk moet de lamp met de grootste zorg en met behulp van gespecialiseerde diensten worden verwijderd.
De bovenstaande bepalingen zijn bedoeld om alle personen en diensten die in contact kunnen komen met dit apparaat te instrueren en te waarschuwen voor zijn grote kwetsbaarheid voor alle impulsen en slagen. Tegelijkertijd zullen geen claims in verband met permanente schade zoals hierboven beschreven worden geaccepteerd in de loop van de klachtenprocedure.
Ook moet worden benadrukt dat de generatorlamp een erg duur onderdeel is.
In geval van twijfel is het raadzaam de gespecialiseerde medewerkers van de fabrikant te raadplegen.
5.2 Transport van de machine
De partij die verantwoordelijk is voor het transport en de installatie van de machine op de locatie van de besteller, dient te worden bepaald op het moment van ondertekening van het contract en niet later dan na de definitieve acceptatietest van de machine op de locatie van de fabrikant, voordat de machine aan de besteller wordt overgedragen.
LET OP: Onzorgvuldig gebruik van het apparaat tijdens transport/verplaatsing kan leiden tot ernstig letsel of ongevallen.
HET IS VERBODEN om het apparaat te monteren, te demonteren of te transporteren door personeel zonder de juiste kwalificaties of zonder bekend te zijn met de veiligheidsvoorschriften die in deze Bedienings- en Onderhoudshandleiding worden beschreven. Dergelijke handelingen kunnen ongelukken of materiële schade veroorzaken.
Rekening houdend met het specifieke karakter van het apparaat, stelt de fabrikant voor dat elke besteller gebruik maakt van de transportmiddelen en het technische servicepersoneel van de fabrikant.
De voedingsbuis moet worden gedemonteerd voordat deze wordt vervoerd of verplaatst.
De lamp moet altijd worden vervoerd of verplaatst in de originele verpakking van de fabrikant, in verticale positie, met de anode naar boven of naar beneden gericht, zonder de lamp te stoten of te schudden.
ATTENTIE: De machine moet in verticale positie worden vervoerd.
Door de grootte en structuur van de machine moeten sommige onderdelen en eenheden gedemonteerd en losgekoppeld worden tijdens transport of verplaatsing. Het is noodzakelijk om kwetsbare en dure componenten en gereedschappen te demonteren (deze moeten in een aparte koffer worden vervoerd). Het is absoluut noodzakelijk om de generatorlamp te demonteren.
De machine moet worden verplaatst met behulp van hefapparatuur - kranen, vorkheftrucks, palletwagens - met voldoende hefvermogen om de generator veilig te kunnen vervoeren, terwijl de mensen die deze hefapparatuur bedienen alle geldige licenties en kwalificaties moeten hebben die wettelijk vereist zijn.
Alle onderdelen van de machine die beschadigd kunnen raken tijdens het transport (als er geen duurzame verpakkingsdoos wordt gebruikt) of door hef- of verplaatsingsapparaten, moeten goed worden vastgezet (op voorwaarde dat ze gedemonteerd en apart verpakt worden).
Om een stabiele positie van het apparaat te garanderen, is het erg belangrijk om te zorgen voor de juiste bescherming van de machine tijdens lang transport (veiligheidsgordels, verankeringsbouten), evenals bescherming en hulp tijdens transport op locatie.
Als de machine niet is uitgerust met geschikte hulpstukken, kunnen andere beschikbare gaten of elementen van voldoende duurzaamheid worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de generator en andere onderdelen van de machine goed worden uitgebalanceerd en gestabiliseerd.
Bij het plannen van het transport moet zeker rekening worden gehouden met het gewicht van de machine (ongeveer 350 kg).
5.3 Installatie op de plaats van gebruik
Afhankelijk van de mate van complexiteit van de machine, moet de installatie op de plaats van gebruik worden uitgevoerd door personeel van de besteller, dat deze Bedienings- & Onderhoudshandleiding heeft gelezen, of technisch servicepersoneel van de fabrikant, in samenwerking met het personeel van de besteller.
Denk eraan dat de juiste positionering en installatie van het lasapparaat van vitaal belang zijn voor een optimale werking en voor het comfort en de veiligheid van de operator in de omgeving van het apparaat.
De besteller is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de installatieplaats van het apparaat, de beschikbaarheid en voorbereiding van de elektrische aansluitingen en de realisatie van de bijzondere eisen van het technisch ontwerp en de technische acceptatietests waarmee het complete aggregaat wordt goedgekeurd voor gebruik.
De fabrikant zal de besteller in dit verband alle vereiste instructies en informatie verstrekken.
LET OP: Zorg ervoor dat de vloer/het oppervlak/de fundering waarop het apparaat wordt geplaatst voldoende duurzaam is, rekening houdend met het gewicht, het oppervlak en de verdeling van het gewicht van het apparaat over de steunpunten (meestal de poten).
ATTENTIE: Het apparaat moet goed waterpas staan en moet een vaste bedieningsplaats hebben.
De optimale plaats om het HF lasapparaat te gebruiken is het betonnen oppervlak dat niet bedekt is of bedekt is met een zeer dunne laag niet-geleidend materiaal.
Het oppervlak moet worden gemaakt in overeenstemming met het specifieke ontwerp volgens de constructie- en veiligheidsnormen en volgens de vereisten met betrekking tot parallelle, loodrechte en vlakke posities.
OPGELET: De besteller is als enige verantwoordelijk voor de naleving van de hierboven vermelde voorwaarden.
Na het plaatsen van het lasapparaat op de gekozen plaats is het noodzakelijk om het apparaat waterpas te zetten, de technische staat te controleren en alle defecten die tijdens het transport kunnen zijn opgetreden te verwijderen. Vervolgens de generator uitpakken, plaatsen, waterpas zetten en bevestigen. De lamp van de hoogfrequente generator moet helemaal aan het einde van het installatieproces worden gemonteerd. Deze taak moet met bijzondere aandacht worden uitgevoerd, zowel bij het monteren van de lamp in de fitting/voet als bij het aansluiten van de elektrische contacten van de lamp. Sluit de connectors van de bedieningsconsole aan op de juiste gemarkeerde bussen op de pers. Het wordt aanbevolen om de installatie van de machine na transport uit te voeren onder direct toezicht van een vertegenwoordiger van de fabrikant.
LET OP: Als de bovengenoemde taken worden uitgevoerd door een vertegenwoordiger van de klant, moeten ze strikt worden uitgevoerd in overeenstemming met de beschrijving in deze Bedienings- & Onderhoudshandleiding en/of instructies van de fabrikant tijdens de technische acceptatietest.
Het lasapparaat mag alleen worden gebruikt in ruimtes die vrij zijn van stof, zuren, zwavel, bijtende dampen en brandbare gassen. Vanwege het opgewekte magnetische veld mogen grote metalen voorwerpen niet in de buurt van het apparaat worden geplaatst. De machine kan de werking van elektronische apparaten (radio, tv, computer) in de buurt van de machine beïnvloeden, als gevolg van de hoge ingangsgevoeligheid van de bovengenoemde apparaten. De beste plaats om de machine te gebruiken is het betonnen oppervlak dat niet bedekt is of bedekt is met een zeer dunne laag niet-geleidend materiaal.
5.4 Installatie op de plaats van gebruik
5.4.1 Installatie op de plaats van gebruik
ATTENTIE: De fabrikant raadt ten zeerste aan om het apparaat alleen in een industriële omgeving te installeren.
De machine waarop deze Bedienings- en Onderhoudshandleiding betrekking heeft, is ontworpen en gebouwd voor gebruik in een industriële omgeving voor het verwerken van transportbanden.
De ontwerpers van de machine hebben rekening gehouden met specifieke werkingsomstandigheden van de apparaten, zoals hoge luchtvochtigheid, hoge temperatuur, stoom en stof, die geen invloed hebben op de werking van de machine, maar strengere eisen stellen aan de uitvoering van preventieve programma's.
Het apparaat mag niet worden gebruikt in omgevingen met explosiegevaar, zeer stoffige omgevingen, omgevingen met een hoge vochtigheidsgraad en/of hoge temperatuur en de aanwezigheid van agressieve dampen (zuur, basisch, organisch of anorganisch, met een potentieel of feitelijk bijtende werking).
De temperatuur van de werkomgeving moet tussen +10º C en +40º C liggen en de relatieve vochtigheid tussen 30% en 90%. Condensatie van vocht of agressieve stoffen op het oppervlak van de machine (of een van de onderdelen ervan) is niet toegestaan.
Het is vereist dat de amplitude van de temperatuur op lange termijn gedurende de dag in de werkruimte van de generator niet hoger is dan 10 ºC en in het geval van relatieve vochtigheid: 10%.
De bovenstaande clausule is niet van toepassing op de media of stoffen die worden gebruikt voor smering, conservering of niet-agressieve stoffen die worden gebruikt tijdens de productie/werking van het apparaat.
ATTENTIE: Als er een groot verschil is tussen de buitentemperatuur en de temperatuur in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd, moet het apparaat na 24 uur na montage in de ruimte worden opgestart.
5.4.2 Verlichting
De vereisten voor de minimale lichtsterkte stellen dat op het horizontale werkgebied een verlichtingssterkte van 300 lx aanvaardbaar moet zijn in ruimten waar mensen langere tijd verblijven, ongeacht of er visuele activiteiten worden uitgevoerd.
In het geval van visuele activiteiten met een hogere moeilijkheidsgraad dan gemiddeld en wanneer zeer comfortabel zicht vereist is, en wanneer de meerderheid van de gebruikers ouder is dan 40 jaar, moet de vereiste lichtsterkte hoger zijn dan het minimum, d.w.z. ten minste 500 lx.
5.4.3 Geluid
De machine produceert geen geluid van een niveau waarbij het gebruik van middelen of apparaten ter bescherming van het personeel vereist is.
Er moet echter rekening mee worden gehouden dat alle werkomgevingen hun eigen geluidsemissies hebben, die van invloed kunnen zijn op het geluidsniveau dat de machine tijdens het gebruik produceert.
5.5 Verbindingsparameters
5.5.1 Elektrische energie
Aansluiting: 3 x 2200V; 50Hz (3P+N+PE), overstroombeveiliging met vertraagde eigenschappen. De installatie van de klant moet maatregelen voor bescherming tegen elektrische schokken garanderen conform EN 60204-1:2018-12.
ATTENTIE: Controleer altijd de gloeispanning na installatie van de buis - zie de technische gegevens van de buis.
5.5.2 Perslucht
Druk: 0,4 - 0,8 MPa, vereiste reinheidsklasse volgens ISO8573-1 4-4-4, verbruik: 11 nl per één cyclus.
LET OP: Als de druk in het systeem van de eindgebruiker hoger is dan 0,8 MPa, moet deze worden verlaagd tot ongeveer 0,8 MPa met een reduceerventiel dat op de lasmachineaansluiting is gemonteerd.
5.6 Verbindingsparameters
Afhankelijk van de complexiteit van het systeem en de kwalificaties en vergunningen van de medewerkers, wordt het aansluiten van de lasmachine op de plaats van gebruik uitgevoerd door door de besteller geselecteerde personen of door medewerkers van de technische dienst van de fabrikant, in samenwerking met het personeel van de besteller, tegen een meerprijs of kosteloos, hetgeen altijd wordt geregeld voordat de machine vanaf de locatie van de fabrikant aan de besteller wordt overgedragen.
Het is altijd nodig om te controleren of alle aansluitingen zijn uitgevoerd in overeenstemming met de documentatie van het apparaat.
Er moet worden vermeld dat voor de bovengenoemde taken de juiste kwalificaties van het personeel vereist zijn, waaronder toepasselijke licenties die door de juiste instanties zijn afgegeven.
Het is van toepassing op zowel gespecialiseerde kwalificaties als op afgeronde en geldige trainingen op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk, waaronder met name de risico's die gepaard gaan met deze taken.
6.0 Werking
6.1 De machine voorbereiden op gebruik - Eerste inbedrijfstelling
Controleprocedure vóór de operatie:
- de effectiviteit van maatregelen ter bescherming tegen elektrische schokken controleren en verifiëren
- controleer en controleer de voedingsspanning - waarde en juistheid van de fasenaansluiting, indien van toepassing draairichting van de motor
- controleer de spanning van de gloeilamp
- Verwijder de beschermkappen van het lasapparaat en controleer of er geen kleine beschadigingen zijn (draden zijn niet gebroken, schroefverbindingen zitten niet los, enz.)
- generatorlampen uitpakken, controleren en installeren.
ATTENTIE: Om het apparaat optimaal en veilig te gebruiken, moet u alle instructies in deze Bedienings- en Onderhoudshandleiding zorgvuldig lezen en opvolgen.
HET IS VERBODEN om werkzaamheden aan de lasmachine uit te voeren door personen die niet vooraf zijn opgeleid in het onderhoud van hoogfrequente machines en industriële veiligheidsvoorschriften met speciale aandacht voor mogelijke risico's die van de machine uitgaan.
Als aan alle installatievereisten is voldaan en de in punt 5 beschreven taken zijn uitgevoerd, zijn wij gereed om de lasmachine voor het eerst in gebruik te nemen in de productieomgeving van de locatie van de besteller.
ATTENTIE: De eerste inbedrijfstelling van de machine moet worden uitgevoerd in aanwezigheid van en onder toezicht van de vertegenwoordigers van de fabrikant.
6.2 Operationele vereisten - Algemene instructies en richtlijnen
Alle afstellingen en kalibraties die nodig zijn voor de correcte werking van de apparaatparameters zijn door de fabrikant uitgevoerd tijdens de montage en interne testprocedures. De algemene conformiteit met de contractuele technische eisen en de correcte werking van de machine worden bevestigd tijdens de technische oplevering, die plaatsvindt op de locatie van de fabrikant, in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de besteller, en met gebruikmaking van originele, door de besteller geleverde grondstoffen voor testdoeleinden.
LET OP: Vanwege de specifieke eigenschappen van de apparaten die hoogfrequente energie afgeven, is het noodzakelijk om bepaalde metingen uit te voeren op de plaats waar het apparaat op de locatie van de besteller in werking is. Om dezelfde reden is het zeer belangrijk dat het apparaat een vaste plaats van werking heeft.
Voordat de machine in gebruik wordt genomen en voor de eerste keer wordt opgestart, is de ontvanger absoluut verplicht om werknemers die de machine in de toekomst zullen bedienen, op te leiden.
ATTENTIE: Het lasapparaat mag ALLEEN bediend worden door werknemers die getraind zijn in het onderhoud van het apparaat en INDUSTRIËLE VEILIGHEID met speciale aandacht voor mogelijke risico's die van het apparaat uitgaan. Deze training moet worden bevestigd met een document dat is ondertekend door een getraind persoon.
Vanwege de verschillende werkcycli die onze machines in verschillende industriële omgevingen uitvoeren, heeft de ontvanger bovendien de absolute verplichting om een duidelijke en transparante gebruikershandleiding voor het apparaat te maken, aangepast aan zijn eigen productiecycli.
LET OP: De koper of de door de koper gemachtigde persoon is verplicht om een HANDLEIDING VOOR WERKSTANDEN uit te geven op basis van deze Bedienings- en Onderhoudshandleiding en de kenmerken van de productietechnologie.
Vanwege de specifieke eigenschappen van de apparaten die hoogfrequente energie afgeven, is het noodzakelijk om bepaalde metingen uit te voeren op de plaats waar het apparaat op de locatie van de besteller in werking is. Om dezelfde reden is het van groot belang dat het apparaat een vaste plaats van werking heeft.
LET OP: Hoogfrequent lasapparaat is de bron van niet-ionische elektromagnetische straling. Na installatie van het apparaat bij de koper moet de niet-ionische straling worden gemeten. De stralingsmetingen moeten worden uitgevoerd door het bevoegde bedrijf en de grenzen van de gevaarlijke zone vaststellen.
LET OP: Het apparaat moet een vaste werkplek hebben. Elke verandering van de locatie van het apparaat vereist passende gespecialiseerde metingen en de bepaling van de impactzones van het niet-ioniserende elektromagnetische veld.
VOOR DE BEDIENING ABSOLUUT NOODZAKELIJK IS OM TE CONTROLEREN:
- Effectiviteit van maatregelen ter bescherming tegen elektrische schokken;
- Voedingsspanning - waarde en juistheid van faseverbinding;
- Draairichting van de motor (indien van toepassing);
- Spanning gloeilamp;
ATTENTIE: De lampspanning moet dezelfde zijn als gespecificeerd in het gegevensblad van het product - het is mogelijk om deze aan te passen met behulp van aftakkingen aan de primaire zijde van de gloeilamptransformator.
ATTENTIE: Vanwege het specifieke karakter van het apparaat is het altijd noodzakelijk om het personeel te waarschuwen en te informeren over de hoge voedingsspanning van de anode van de lamp en het potentiële risico op dodelijke elektrische schokken door elektrische stroom met een spanning tot 5000 VDC.
ATTENTIE: De lamp moet na de installatie ongeveer een uur worden voorverwarmd.
- Positie van de houder op de basis van de werktafel;
- Uitstoot van elektromagnetisch veld - na het instellen van de lasparameters, tijdens het lasproces;
DE GENERATORLAMP INSTALLEREN
- verwijder het zijbeschermingsschild van de generator dat bestaat uit een geperforeerde metalen plaat
- verwijder de plastic pijp die de luchtstroom leidt
- steek de lamp in de fitting - de lamp kan maar op één manier in de fitting worden gestoken (oefen geen overmatige kracht uit)
- monteer de plastic pijp die de luchtstroom leidt
- zet de sluiting voor de temperatuursensor op de anode en maak deze vast
- Controleer of de eindschakelaar van de koordsensor is bevestigd.
- de voedingsplaten van de verdeelcondensator en de schijfcondensator aan de bovenkant van de anode bevestigen
- de vorm of positie van metalen onderdelen in die kamer van de generator niet veranderen
- sluit het stroomvoorzieningssysteem aan op het stroomvoorzieningsnetwerk en zorg voor de juiste kwaliteit van het beveiligingssysteem tegen elektrische schokken
- Zet het gloeicircuit en de regeleenheid aan door de HOOFDSCHAKELAAR in de stand I-ON te zetten. Het controlelampje SUPPLY moet gaan branden (indien nodig druk je op de blauwe RESET-knop op de bedieningscassette);
LET OP: De lampkoelventilator wordt ingeschakeld bij het inschakelen van het gloeicircuit van de generatorlamp. Als de ventilatoreenheid niet werkt, gebruik het apparaat dan niet totdat de storing aan de ventilatoreenheid is verholpen!!!
- Controleer de gloeispanning van de generatorlamp. Deze moet binnen het bereik blijven dat wordt voorgeschreven door de fabrikant van de triode. Indien nodig kan het worden aangepast door de aftakkingen van de transformator te veranderen. Deze taken moeten worden uitgevoerd door een vertegenwoordiger van de fabrikant van de machine of (op risico van de klant) een andere persoon met de juiste kwalificaties, d.w.z. met een certificaat uitgegeven door de juiste elektriciensvereniging (in Polen SEP) en kennis over de gevaren en risico's die gepaard gaan met het gebruik van een hoogfrequent lasapparaat, met name het potentiële risico van elektrocutie door de spanning tot 5000 V. Een nieuwe lamp moet ongeveer 0,5 uur branden voordat het anodecircuit wordt ingeschakeld.
- test de werking van de besturingseenheid volgens de procedure beschreven in punt 6
- controleer na het instellen van de lasparameters tijdens het lasproces de emissie van het elektromagnetische veld.
BELANGRIJK: Als de hoogspanningscircuits per ongeluk zijn aangesloten terwijl de anode is losgekoppeld of als de generatorlamp defect is, moeten de hoogspanningsfiltercondensatoren worden ontladen door ze zeer kortstondig kort te sluiten met de behuizing.
ATTENTIE: Alle activiteiten tijdens het opstarten en de metingen, wanneer het veiligheidsniveau lager is (geopende beveiligingsschermen, geblokkeerde sleutelschakelaars), moeten zo weinig mogelijk tijd in beslag nemen en het veiligheidsniveau van de volledige werking van de machine moet zo snel mogelijk worden gegarandeerd.
ATTENTIE: Alle controle- en meetactiviteiten moeten worden uitgevoerd nadat is gecontroleerd of de schakelaars voor anodische spanningsaanpassing in de 0 - OFF positie staan (dit geldt niet voor het meten van de emissie van elektromagnetische velden).
ATTENTIE: Alle controle- en meetactiviteiten mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
HET IS ALTIJD VERBODEN om het lasproces te starten, d.w.z. de hoogspanning van de lamp in te schakelen, die de hoogfrequente spanning op de geïsoleerde houder van de elektrode initieert, wanneer het veiligheidsniveau van de werking van het apparaat is verlaagd.
De machine is aangepast om in de automatische cyclus te werken. De automatische modus is de standaardwerkwijze van het apparaat tijdens het productieproces.
Het hoogfrequent lasapparaat kan handmatig worden ingesteld.
Machinebedieners moeten altijd standaard werkkleding en antislipschoenen dragen.
De werkomgeving van het apparaat, de vloer en de handhouders en handgrepen moeten altijd schoon en vrij van verontreiniging, vet of modder zijn om het risico van uitglijden of vallen tot een minimum te beperken.
Gebruik de machine nooit zonder de vaste of mobiele beschermelementen. Controleer regelmatig of alle veiligheidsschermen en alle andere beschermingselementen goed gemonteerd zijn en goed functioneren.
Alleen bevoegde personen, die goed zijn opgeleid in de bediening van de machine en in Arbo & veiligheid, mogen direct contact hebben met de machine.
Elke bediener van het apparaat moet worden geïnstrueerd over de functies van de beveiligingselementen van de machine en het juiste gebruik ervan.
In de omgeving van het apparaat (ongeveer 1,5 m rond de generator en de pers) mogen zich geen voorwerpen bevinden die de werking van het apparaat kunnen verstoren. Dit gebied moet schoon worden gehouden en goed verlicht zijn.
Gebruik nooit de manipulators van het apparaat of flexibele buizen als houders. Onthoud dat elke onopzettelijke beweging van de manipulator van het apparaat per ongeluk het lasproces kan starten, parameters kan veranderen of zelfs kan leiden tot het uitvallen van de machine of beschadiging van de gereedschappen.
HET IS VERPLICHT om de supervisor en/of het verkeerspersoneel op de hoogte te stellen van alle gevallen van onjuiste bediening van het apparaat.
HET IS TEN STRENGSTE VERBODEN beschermkappen te verwijderen terwijl het apparaat in werking is.
HET IS UITSLUITEND VERPLICHT om ALLE ontworpen beschermhoezen en blokkeertoetsen te gebruiken.
Gebruik de machine nooit zonder de vaste of mobiele beschermelementen. Controleer regelmatig of alle veiligheidsschermen en alle andere beschermingselementen goed gemonteerd zijn en goed functioneren.
In de omgeving van het apparaat (ongeveer 1,5 m rond de generator en de pers) mogen zich geen voorwerpen bevinden die de werking van het apparaat kunnen verstoren. Dit gebied moet schoon worden gehouden en goed verlicht zijn.
De werkomgeving van het apparaat, de vloer en de handhouders en handgrepen moeten altijd schoon en vrij van verontreiniging, vet of modder zijn om het risico van uitglijden of vallen tot een minimum te beperken.
6.3 Bedieningselementen en indicatoren beschikbaar voor de operator
Alle bedieningselementen en indicatoren van de lasser zijn gemakkelijk te vinden op de constructie of op het bedieningspaneel. Alvorens aan het werk te gaan, moet de bediener van de machine zich vertrouwd maken met de plaatsing van de bedieningselementen en indicatoren op de machine en met de functies die ze bedienen.
De volledige lijst van de bovengenoemde bedieningselementen en indicatoren die beschikbaar zijn voor de operator is hieronder bijgevoegd:
- HOOFDSCHAKELAAR - de schakelaar die aan de voorkant van de behuizing van de machine is geïnstalleerd en die wordt gebruikt om de elektriciteit in en uit te schakelen. De stand 1- ON betekent dat de schakelaar is ingeschakeld, terwijl de stand 0-OFF betekent dat de schakelaar is uitgeschakeld.
- KRACHTNIVEAU - de omschakelaar is geïnstalleerd aan de voorkant van de behuizing van de machine de getrapte spanningsregeling wordt gebruikt voor het aanpassen van de anodespanning van Ua. Hij schakelt de aftakkingen van de anodetransformator om (de schakelaar gaat van 0 naar 1, 2 waarbij: 0 - betekent dat de anodetransformator is uitgeschakeld, 1 - betekent dat het niveau van de anodespanning het laagst is, 2 - betekent dat het niveau van de anodespanning het hoogst is).
- BEDIENINGSPANEEL HMI - het PLC-paneel dat bestaat uit een LCD-display waarop de geprogrammeerde lasparameters te vinden zijn en de schakelknoppen die kunnen worden gebruikt als de parameters moeten worden weergegeven.
- NOODSTOP - de rode noodstopdrukknop met paddenstoelvormige kop die gebruikt moet worden om de machine te stoppen in geval van storing of een ongeluk.
- USB - USB-poort voor het overbrengen van recepten en alarmgeschiedenis. Deze bevindt zich op het bedieningspaneel of aan de rechterkant van de machine. De gegevensarchiveringsservice wordt beschreven in hoofdstuk 6.5. De poort is een extra uitrusting van de machine.
- ANODE STROOM - de paneelampèremeter, die te vinden is op het bedieningspaneel (Fig. 8), moet de elektrische stroom in een anodecircuit meten en moet de visuele evaluatie van het lasproces mogelijk maken (belastingskarakteristieken van de generator).
- DRUKINSTELLING - het handbediende reduceerventiel (fig. 8) is een ventiel dat wordt gebruikt voor het instellen van de druk in het pneumatische systeem van de machine (trek het ventiel omhoog en draai: een draai naar rechts - hogere druk, een draai naar links - lagere druk), de nominale werkdruk van de machine bedraagt in totaal 6 bar;
Het drukniveau in het pneumatische systeem is nooit hoger dan het drukniveau dat de machine aandrijft. - INDICATOR VAN DE POSITIE VAN DE ONDERSTE SLOTSCHAKELAAR - een uitsparing in de plaat met een schaalverdeling, waardoor de positie van de rode indicator en dus de positie van de hoogte van de onderste eindschakelaar kan worden afgelezen, zodat deze gemakkelijker in de onderste stand kan worden gezet.
- RESET - de blauwe drukknop die zich op het bedieningsstation bevindt (Afb. 10), moet worden gebruikt als de machine opnieuw moet worden opgestart vanwege het storingsongeval of moet worden ingeschakeld. Het wordt ten zeerste aangeraden om de hertestprocedure van alle alarmsystemen uit te voeren wanneer de machine wordt ingeschakeld.
- STOP - de zwarte knop (Afb. 10) op het bedieningsstation moet worden gebruikt om het hoogfrequent lassen te stoppen.
- START - Twee groene drukknoppen, die te vinden zijn op het bedieningsstation (Afb. 10), moeten gebruikt worden om de hoogfrequente las te bereiken (beide drukknoppen moeten gelijktijdig ingedrukt worden).
- SIGNAALLICHTKOLOM
- A. De rode kleur geeft een storing aan en tegelijkertijd moet het alarmbericht worden weergegeven op het aanraakgevoelige paneel van de HMI.
De alarmmeldingen worden gewist en het rode lampje op de signaallampkolom stopt met knipperen als de RESET-knop wordt ingedrukt. In het geval dat de inspanningen tevergeefs zijn geweest en de alarmmelding niet is gewist nadat de RESET-knop is ingedrukt, kan dit betekenen dat de oorzaak van de storing nog niet is verholpen. - Oranje kleur geeft aan dat het hoogfrequent lasapparaat begint te werken
- De groene kleur geeft aan dat de machine klaar is om te werken.
- A. De rode kleur geeft een storing aan en tegelijkertijd moet het alarmbericht worden weergegeven op het aanraakgevoelige paneel van de HMI.
- COMPRESSED AIR PREPARATION SYSTEM (Afb. 12) - bestaat uit:
- de persluchtaansluiting waarop de persluchtslang moet worden aangesloten. De slang moet het systeem voorzien van perslucht van 4 tot 8 bar.
- de handbediende persluchtafsluiter (om de klep te openen - naar links draaien en op ON zetten; een draai naar rechts - de OFF-stand - de klep is gesloten)
- het handbediende reduceerventiel is een ventiel dat wordt gebruikt voor het instellen van de druk in het pneumatische systeem van de machine (trek het ventiel omhoog en draai: een draai naar rechts - hogere druk, een draai naar links - lagere druk), de nominale werkdruk van de machine bedraagt in totaal 6 bar
Het drukniveau in het pneumatische systeem is nooit hoger dan het drukniveau dat de machine aandrijft. - het persluchtfilter samen met het condenswaterafvoermechanisme
- de manometer die het drukniveau in het persluchtsysteem van de machine aangeeft
- Elektrodedrukbegrenzer - op de zuigerstang van de aandrijving geschroefd, bedoeld om een grens te stellen aan de lengteslag van de aandrijving en om te voorkomen dat het lasmateriaal onder de elektrode vandaan wordt "gedrukt".
- plaats het materiaal op de werktafel - zoals bij lassen
- laat de houder met de elektrode op het materiaal zakken met behulp van de voethendel (zodanig dat de elektrode alleen het materiaal raakt zonder er druk op uit te oefenen) en laat hem staan.
- Beweeg de eindschakelaar door aan de knop te draaien zodanig dat de rol op de hoogte-indicator van de elektrode komt te staan. Draai de knop vast
- til de elektrodehouder naar de bovenste positie met behulp van de voethendel
- laat de elektrodehouder zakken met de voethendel, druk de elektrodehouder tegen het materiaal en controleer of de schakelaarrol stopt op de elektrodehouder.
De procedure voor het juist afstellen van het hoogteregelingssysteem:
- plaats het materiaal op de werktafel - zoals bij lassen
- laat de houder met de elektrode op het materiaal zakken met behulp van de voethendel (zodanig dat de elektrode alleen het materiaal raakt zonder er druk op uit te oefenen) en laat hem staan.
- Door aan de knop te draaien (knop gemarkeerd met een pijl in Fig. 14) beweegt u de eindschakelaar zodanig dat de rol op de hoogte-indicator van de elektrode komt te staan. Draai de knop vast
- til de elektrodehouder naar de bovenste positie met behulp van de voethendel
- laat de elektrodehouder zakken met de voethendel, druk de elektrodehouder tegen het materiaal en controleer of de schakelaarrol stopt op de hoogte-indicator van de elektrode en of de waarschuwing wordt weergegeven op het HMI-paneel in het hoofdvenster .
6.5 Het aanraakgevoelige paneel van de HMI programmeren en bedienen
LET OP! Elke waarde van de parameter afgebeeld op de afbeeldingen van deze handleiding is willekeurig genomen en moet door de operator van de machine genegeerd worden. De waarden van de parameters moeten worden afgeleid uit de praktijkervaring van de gebruiker, omdat ze sterk kunnen variëren afhankelijk van het type lasmateriaal of de gebruikte instrumenten.
In het HMI-paneel worden alle bewerkbare waarden van de parameters weergegeven op een witte achtergrond. Om een parameter weer te geven, moet de gebruiker op de waarde ervan drukken, waardoor het toetsenbord op het scherm wordt geopend. Gegevens kunnen worden opgeslagen door op de Enter-toets te drukken.
6.5.1 Aansluiting op stroombron
Kort nadat de machine op een voedingsbron is aangesloten, verschijnt op het display van de HMI een alarmvenster met het volgende bericht:
#K001 DRUK RESET KNOP
Volgens deze situatie moet de machine opnieuw worden opgestart, dus moet de blauwe RESET toets worden ingedrukt. Vervolgens moeten we 30 seconden wachten tot de machine klaar is voor gebruik en in de stand-bymodus gaat, wat we merken aan de volgende opeenvolging van gebeurtenissen: een lampje in de lichtsignaalkolom knippert groen en de blauwe voortgangsbalk aan de bovenrand van het venster van het HMI-paneel verdwijnt. Als de alarmmassage niet van het HMI-display verdwijnt, zie hoofdstuk 6.5.2.
Naar controleren of het alarmsignaal wordt weergegeven, de knop bovenaanbalk van het menu moet worden ingedrukt; als er geen berichten zijn, verandert de afbeelding in
6.5.2 Alarmmeldingen
Als er een storing optreedt in de machine, als een van de beveiligingssystemen wordt ingeschakeld of als er andere afwijkingen in de werking van de machine worden gedetecteerd, wordt er een van de alarmberichten weergegeven op het aanraakgevoelige paneel van de HMI. Alle alarmmeldingen worden gewist met behulp van de RESTART-toets .De soorten alarmmassages:
#K001 PUSH RESET BUTTON-dit bericht geeft aan dat de oorzaak van ten minste één van de alarmmeldingen die momenteel worden weergegeven, niet meer bestaat. Druk op de blauwe RESET-knop om de machine in de gereedstatus te zetten.
#A001 NOODSTOP - wordt weergegeven wanneer:
- de machine is ingeschakeld - het veiligheidscircuit van de machine moet altijd worden gecontroleerd wanneer de RESET-toets wordt ingedrukt
- de rode drukknop NOODSTOP met paddestoelvormige kop werd ingedrukt en zit vast. Deze moet worden losgemaakt door de kop naar rechts te draaien.
#A002 TUBE TEMPERATURE (TEMPERATUUR Buis ) - dit type massage betekent dat de koeling van de lopende-golfbuis niet aanwezig is of dat er een storing in het koelsysteem is opgetreden. Dit wordt weergegeven wanneer het thermische beveiligingssysteem van de buis in werking treedt, wat betekent dat de lopende-golfbuis te warm is geworden en als gevolg daarvan de splitpen van de buisband, die met een koord aan de eindschakelaar was verbonden, losgesoldeerd is.
Een splitpen wordt aan een buisband gesoldeerd met behulp van soldeer met een smeltpunt dat veel lager ligt dan het smeltpunt waarbij de buis oververhit raakte (beschadigd raakte). Als de temperatuur van de lamp te hoog oploopt, zal de splitpen uit de band vallen en als gevolg daarvan zal de eindschakelaar worden geactiveerd, tegelijkertijd zal de alarmmelding worden weergegeven en zal de voeding voor een gloed in de buis worden afgesneden. Vervolgens moet de oorzaak van de oververhitting worden weggenomen.
LET OP! Het snoer mag alleen worden bevestigd aan de splitpen van de band die aan de buis is geschroefd. Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot een blokkering van de eindschakelaar, wat kan leiden tot oververhitting van de loopgolfbuis en daardoor tot beschadiging.
If the cotter pin gets separated from the band, the band should be taken off from the tube, the pin should be soldered to the band with the standard solder used in electronic engineering (Melting point <190oC) so that the repaired part could be reattached to the tube.
De oververhitting van de buis kan worden veroorzaakt door:
- het vuil in de generator of in de buisradiator
- het uitvallen van de buiskoelventilator of het uitvallen van het voedingssysteem van de ventilator
- de verstopping van de ventilatieopeningen van de machine of door een te grote hoeveelheid vuil die wordt opgevangen door de filters die in de ventilatieopeningen zijn geïnstalleerd
- de te hoge omgevingstemperatuur.
#A003 ANTIFLASH - dit type massage betekent dat het beschermingssysteem tegen een vlamboogoverslag tijdens het lassen in werking is getreden - controleer vanwege deze melding of noch het isolatiematje, noch het lasmateriaal, noch de laselektrode beschadigd zijn.
#A004 ANODE OVERLOAD - deze melding betekent dat de anodestijgingslimiet is overschreden, zodat de parameters die van toepassing zijn op het vermogen dat in de las wordt vrijgegeven, moeten worden aangepast.
#A006 LAGE LUCHTDRUK - deze melding betekent dat er te weinig luchtdruk is of dat de luchtdruk in het pneumatische systeem te laag is. Zorg ervoor dat de slang die de perslucht levert is aangesloten op de machine of dat het niveau van de perslucht juist is en pas vervolgens met behulp van de drukreduceerventielregelaar die zich in het persluchtvoorbereidingssysteem bevindt, de druk in de machine aan tot het juiste niveau.6.5.4 Hoofdscherm
Recept - Onder deze naam is een groep parameters te vinden die van toepassing zijn op de inschakelduur. Zodra de lasparameters voor het specifieke soort product op basis van praktische ervaring zijn vastgesteld (de waarden van de parameters zijn sterk afhankelijk van de grootte van de las, de grootte van het gelaste materiaal en de vorm van de elektrode), moeten ze in het systeem worden ingevoerd en onder de naam van het recept worden opgeslagen.
Naast de naam van elke parameter staan ook twee waarden op het display van de HMI. De eerste (op de blauwe achtergrond) is de waarde van de huidige bedrijfsparameter die in de actuele tijd wordt weergegeven, de tweede (op de witte achtergrond) is de ingestelde waarde die afkomstig is van het productierecept of de gegevens van de operator.
Als het nodig is, kan de operator altijd op het cijfer op de witte achtergrond drukken en de waarde wijzigen. De waarde van de huidige bedrijfsparameter wordt meteen bijgewerkt, maar de wijziging heeft geen invloed op het uitgevoerde recept.
Om de wijzigingen in een recept op te slaan die in het hoofdscherm zijn gemaakt, drukt u op RECIPE OPSLAAN knop om de parameters van het hoofdscherm te kopiëren naar de balk Bewerk recept in het venster Receptendatabase. De gekopieerde parameters kunnen worden opgeslagen als een nieuw recept met de knop Maak nieuw of ze kunnen worden gebruikt om een bestaand recept bij te werken met de knop Bijwerken.
Naam: - de naam van het recept uitgevoerd voor productiedoeleinden.
Initieel vermogen - deze parameter geeft de positie (capaciteit) aan van de uitgangscondensator in de generator; de intensiteit van de anodestroom in de beginfase van hoogfrequent lassen hangt sterk af van de waarde van deze parameter. (Parameter uitgedrukt in procenten, waarbij 0% het laagste capaciteitsniveau aangeeft - het laagste niveau van anodestroomintensiteit en 100% het hoogste capaciteitsniveau - het hoogste niveau van anodestroomintensiteit).
-
De parameterwaarde van het aanvangsvermogen en de waarde van de anodestroom (in het materiaal afgegeven vermogen) zijn niet lineair afhankelijk, waardoor de juiste voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het aanpassen van de waarden van deze parameter.
De huidige waarde van de parameter Initieel vermogen en de waarde van de ingestelde parameter zijn alleen gelijk aan elkaar in de beginfase van de lasprocedure. Wanneer de procedure wordt gestart, wordt de positie van de uitgangscondensator automatisch aangepast om het bedrijfsvermogen te bereiken.
Bedrijfsvermogen - deze parameter geeft I anodestroom aan die gebruikt wordt voor het lassen. (Parameter uitgedrukt in ampèrewaarden variërend van 0 tot 4 A.)
Waarden in groene kleur op de schaal van de anodestroommeter geven de aanvaardbare waarden van de anodestroom Ia aan.
Wanneer de lasprocedure wordt gestart, wordt de uitgangscondensator (aanvangsvermogen) automatisch aangepast om het bedrijfsvermogen te bereiken.
Vertragingstijd - deze parameter geeft de tijd aan waarin de elektrode zich aan het lasmateriaal heeft gehecht voordat de las werd gestart. (Parameter uitgedrukt in seconden, variërend van 0 tot 99 s).
Lastijd - deze parameter geeft de tijd aan die de machine nodig heeft om de hoogfrequente las te verwerken. (Parameter uitgedrukt in secondewaarden van 0 tot 99 s .)
Afkoeltijd - deze parameter geeft de tijd aan waarin de elektrode tegen het gelaste materiaal werd gedrukt nadat de las was beëindigd - het materiaal koelt af terwijl het tegen de tafel wordt gedrukt. (Parameter uitgedrukt in seconden, variërend van 0 tot 99 s).
Huidige modus: 1 - De lasmodus van stroomtype houdt in dat de teller van de machine begint met het tellen van de lastijd van hoge frequentie die werd ingevoerd in de parameter Lastijd zodra de machine de juiste waarde van La anodestroom krijgt die ofwel hoger moet zijn dan of gelijk aan de waarde die werd ingevoerd in de parameter Bedrijfsvermogen. Anders gezegd, in de lasmodus van het stroomtype is de lastijd gelijk aan de som van zowel de waarde van de tijd die de machine nodig heeft om de anodestroom te produceren (de waarde die is ingevoerd in de parameter Werkvermogen) als de waarde van de tijd die is ingevoerd in de parameter Lastijd.
Als het apparaat niet in staat is om binnen 25 seconden het bedrijfsvermogen te bereiken, zal het beginnen met aftellen van de verwarmingstijd, vervolgens de cyclus voltooien en ten slotte een bericht weergeven dat het bedrijfsvermogen niet is bereikt.
0 - De lasmodus van het tijdtype betekent dat de lastijd van de hoge frequentie gelijk is aan de waarde die is ingevoerd in de parameter van het recept onder de naam lastijd.
Het is vermeldenswaard dat in de lasmodus van het tijd-type de inschakelduur kan worden uitgevoerd, zelfs als de machine er niet in slaagt het bedrijfsvermogen te produceren, waardoor de bereikte las van onregelmatige sterkte kan zijn.
Condensatorregeling:
1 - betekent dat tijdens het lassen de uitgangscondensator automatisch wordt aangepast zodat de anodestroom op het niveau is dat is ingesteld in de parameter Bedrijfsvermogen.0 - geeft aan dat de machine in de beperkte automatische afstelmodus van de uitgangscondensator werkt. Tijdens het lassen wordt de uitgangscondensator alleen aangepast als de anodestroom de waarde overschrijdt die is ingevoerd in de parameter Power max.
Als u in de condensatorregeling - 0 werkt, moet u er rekening mee houden dat als het startvermogen te laag is, de machine de anodestroom Ia niet automatisch naar boven kan bijstellen om de ingestelde waarde in de parameter Anodestroom te bereiken.
Vermogenscorrectie - deze parameter verwijst naar de methode voor het regelen van de uitgangscondensator in de beginfase, wanneer de condensator na het inschakelen van de lascyclus tot doel heeft de bedrijfsstroom te bereiken. De parameter maakt het mogelijk om de condensatorregeling uit te schakelen zonder de ingestelde bedrijfsstroom te bereiken.
- Voorbeeld 1: De ingestelde werkstroom is 1A, de startpositie is 40%, de condensatorregeling is 1, de vermogenscorrectie is 0A.
- Na het inschakelen van de lascyclus is de bedrijfsstroom 0,5 A.
- De uitgangscondensator wordt aangepast om de beoogde bedrijfsstroom van 1A te bereiken.
- De positie van de condensator verandert van 40% naar 75% - De bedrijfsstroom bereikt de waarde 1 A; aanpassingen aan de condensator stoppen.
- De lascyclus gaat verder.
- Voorbeeld 2: De bedrijfsstroom is ingesteld op 1 A; de startpositie is ingesteld op 40%; de condensatorregeling is ingesteld op 1; de vermogenscorrectie is ingesteld op -0,2 A.
- Nadat de lascyclus is ingeschakeld, bereikt de bedrijfsstroom het niveau van 0,5 A.
- De uitgangscondensator wordt aangepast om een beoogde bedrijfsstroom van 1A te bereiken, min de vermogenscorrectiewaarde, die 1A - 0,2A = 0,8A is.
- De positie van de condensator verandert van 40% naar 60% - De bedrijfsstroom wordt 0,8 A; de aanpassing van de condensator stopt.
De parameter voor vermogenscorrectie wordt gebruikt bij lasprocessen waarbij de werkstroom in de beginfase laag is, gevolgd door een zeer dynamische toename van de stroom. De superpositie van de spontane toename van de werkstroom en de regeling van de condensator, waardoor deze toeneemt, leidt tot een onaanvaardbaar hoge waarde van de werkstroom. Als de instelling van de uitgangscondensator wordt uitgeschakeld voordat de ingestelde waarde van de bedrijfsstroom is bereikt, kan de stroom spontaan de vereiste waarde bereiken.
Bij de meeste lasprocessen is het gebruik van Vermogenscorrectie niet nodig; de parameter moet dan op 0 worden gezet.
De parameters van recept - vermogensniveau en druk met de gele opmerking (SET MANUALLY) is alleen bedoeld als informatie voor de operator die, terwijl hij de parameters op het aanraakscherm leest, de instellingen aan de zijkant van de machine handmatig moet wijzigen. Het wijzigen van deze instelling op het scherm heeft geen invloed op de instellingen van de machine!
Vermogensniveau - is de belangrijkste instelling van het vermogen van de machine; aanpassing wordt uitgevoerd door de anodespanning Ua te wijzigen in het bereik van 1 tot 2, waarbij 1 laag vermogen en 2 maximaal vermogen is: 0 - de anodetransformator is losgekoppeld.
LET OP! Het is belangrijk om te onthouden dat ondanks het feit dat de bovengenoemde parameters onder de naam van het recept in het aanraakgevoelige paneel van de HMI kunnen worden opgeslagen, er ook twee andere parameters zijn, zoals: DRUK en ELECTRODE TEMPERATUUR die handmatig moeten worden ingesteld.
De waarde van de anodespanning Ua moet proefondervindelijk worden gekozen afhankelijk van het lasoppervlak en het soort lasmateriaal.
PRESSURE - - de parameter geeft de persluchtdruk aan in het pneumatische systeem van de elektrodespanning, uitgedrukt in bar binnen een bereik van 0 - 6 bar; de parameter bepaalt de neerwaartse kracht van de elektrode ten opzichte van het materiaal tijdens het lassen.
Het drukniveau in het pneumatische systeem waarmee de elektrode tegen de tafel wordt gedrukt, is nooit hoger dan de druk die de machine aandrijft.
Na het instellen van het vermogensniveau en de druk op het HMI-paneel in het hoofdscherm, wordt een venster weergegeven (Afb. 17) dat de operator informeert dat deze parameterwaarde handmatig moet worden aangepast (met een geschikte schakelaar) en dat moet worden bevestigd met de bevestigingstoets.
Waarschuwing elektrode in neerwaartse positie wordt weergegeven wanneer de elektrode de onderste positie bereikt (beweging op de sensor)
Uitgevoerde cycli: - betekent de teller van de lascycli die op de machine zijn uitgevoerd. Als de operator de Reset tellerknop 3 seconden ingedrukt houdt, wordt de teller gereset.
ALARMMELDINGEN DIE AANGEVEN DAT ER GEEN OMSTANDIGHEDEN ZIJN OM DE LASCYCLUS TE STARTEN:
NOT READY - geeft aan dat de machine niet correct opnieuw is opgestart en geen opstartprocedure van enkele seconden heeft doorlopen. Druk op de RESET-knop op het bedieningspaneel. De opstartstatus, de opwarmtijd van de lamp, wordt weergegeven als een voortgangsbalk bovenin het scherm.
6.5.5 Recepten Databank
Recepten database.
Alle recepten die in het geheugen van het HMI-paneel zijn opgeslagen, worden weergegeven in de vorm van een kolom RECIPE LIST. De receptparameters worden in het vorige hoofdstuk beschreven. Het aantal recepten is praktisch onbeperkt. De inhoud van het recept wordt rechts weergegeven. Door op de waarden op de witte achtergrond te klikken, kunnen de parameterwaarden worden gewijzigd.
NIEUW RECEPT: Om een nieuw recept te maken, vult u alle velden van de receptparameters in en drukt u vervolgens op de knop . Een nieuw recept verschijnt in de receptenlijst.
Om de wijzigingen in een recept op te slaan die zijn gemaakt met de HoofdschermDruk op de RECEPT OPSLAAN knop om de parameters van het hoofdscherm te kopiëren naar het Recept bewerken bar in de Receptendatabase venster. De gekopieerde parameters kunnen worden opgeslagen als een nieuw recept met de knop Nieuw maken knop of ze kunnen worden gebruikt om een bestaand recept bij te werken met de Update knop.
Als de receptenlijst al een recept bevat met dezelfde naam als het recept dat moet worden opgeslagen, kan het nieuwe recept niet worden opgeslagen, maar kunnen alleen de parameters worden bijgewerkt. Wijzig in dit geval de naam van het recept.
RECIPE EDITIE
Om een recept te bewerken, moeten we op de naam van het recept in de receptenlijst klikken (het geselecteerde recept moet geel gemarkeerd zijn en worden weergegeven in Recept bewerken rij). Voor zover een verandering van parameterwaarde in Recept bewerken rij betreft, moeten we klikken op het witte vak waar het moet worden weergegeven en een nieuwe waarde invoeren. Zodra de bewerkingsprocedure is voltooid, wordt de Update toets moet worden ingedrukt en als gevolg daarvan worden de ingevoerde wijzigingen in het aangegeven recept geaccepteerd, opgeslagen en bewaard.
Om de receptparameters vanuit het hoofdscherm op te slaan, drukt u op de SAVE RECIPE toets zichtbaar in dit venster. Als er een recept met dezelfde naam in de receptenlijst staat, worden de parameters ervan bijgewerkt.
VERWIJDERINGSPROCEDURE
Om een recept te verwijderen, klikt u op de naam van het recept in de receptenlijst (het geselecteerde recept moet geel gemarkeerd zijn en in de rij Bewerk recept worden weergegeven) en drukt u op de toets Delete.
RECEPT SELECTIE PROCEDURE
Om de receptenselectieprocedure voor productiedoeleinden uit te voeren, kiest u uit de receptenlijst het recept met de waarden die nodig zijn voor de bedrijfscyclus (het geselecteerde recept wordt geel gemarkeerd en weergegeven in Recept bewerken rij) klik dan op Laden voor productie Als gevolg hiervan wordt het recept geüpload naar het systeem en voorbereid voor gebruik in de huidige productie met de parameters weergegeven in de Hoofdscherm raam.
SORTEERPROCEDURE
De recepten die worden gebruikt voor de productie staan in alfabetische volgorde. Als er meer recepten zijn, verschijnt er een schuifbalk aan de zijkant van de tabel; hiermee kan de tabel vloeiend worden doorlopen. Het is ook mogelijk om recepten op naam, oplopend of aflopend te sorteren. Om de recepten te sorteren, klik je op de kop van de lijst - Receptenlijst; een tweede keer drukken verandert de sorteerrichting. Alle gegevens worden opgeslagen in het geheugen van het HMI-paneel. In de map "Recept" staan twee receptenbestanden: "Recept.db" en "Recept_a.rcp". Het is mogelijk om recepten op de computer te bewerken. Het is mogelijk om receptbestanden van het touchpanelgeheugen naar een USB-stick te kopiëren en ze te bewerken met het gratis programma EasyBuider Pro. Deze bestanden kunnen worden gebruikt als reservekopie voor recepten of voor het uploaden van recepten naar een ander HMI touchpanel.
6.5.6 Instelling vermogen
Vermogen instelling.
Er zijn twee indicatoren in het venster:
Anodestroom - een indicator voor de intensiteit van de anodestroom. Het geeft de anodestroomsterkte van La aan, die gelijk moet zijn aan de stroomsterkte van de analoge meter op het bedieningspaneel.
CAPACITOR - een instrument dat de positie van de uitgangscondensator aangeeft (binnen het bereik van 0 tot 100%). Met behulp van dit instrument kan het juiste vermogensniveau worden ingesteld - in de regel geldt: hoe groter de capaciteit, hoe hoger de anodestroom van La.
Een groep toetsen onder de indicator wordt gebruikt voor het afstellen van de anodecondensator. De instelling kan op twee manieren worden uitgevoerd:
AUTO - voor het lassen wordt de condensator automatisch ingesteld op de positie die overeenkomt met de waarden die zijn ingevoerd in de Initieel vermogen parameter. Wanneer de lasprocedure wordt uitgevoerd, wordt de positie van de condensator automatisch aangepast, zodat de intensiteit van de La-anodestroom kan stijgen tot de waarde die is vastgelegd in de Bedrijfsvermogen parameter.
Kies de instelmodus AUTO tijdens standaard bedrijfscycli die door de machine worden uitgevoerd. De HANDMATIGE modus wordt gebruikt voor testprocedures.
HANDMATIG - de hele procedure voor het instellen van de condensator met de hand wordt uitgevoerd, kan de operator indien nodig de positie van de condensator wijzigen met behulp van of toetsen en tegelijkertijd wordt de intensiteit van de anodestroom aangepast.
Vermogen max. = Bedrijfsvermogen + ... - de parameter definieert de maximale waarde waarmee het OPERATIONEEL VERMOGEN mag worden overschreden om de automatische afname van de anodestroom te starten met behulp van de uitgangscondensator (parameter gedefinieerd in ampère, in het bereik van 0 - 1A). Vermogen min. = bedrijfsvermogen - ... - de parameter definieert de minimumwaarde waarmee het bedrijfsvermogen mag worden overschreden om de automatische verhoging van de anodestroom met behulp van de uitgangscondensator te starten (parameter gedefinieerd in ampère, in het bereik van 0 - 1A).
6.5.7 Werkgrafiek
Werkgrafiek.
Het venster bevat een grafiek die de werking van de machine in detail weergeeft. Twee parameters kunnen in realtime worden gewijzigd:
- de veranderingen in de anodestroom (rode lijn);
- de veranderingen in de positie van de uitgangscondensator (blauwe lijn).
De grafiek toont gegevens die in het verleden zijn opgenomen. In de rechterbovenhoek bevindt zich een knop die een venster opent waarin de periode kan worden geselecteerd waarvan de gegevens moeten worden weergegeven en waarin de weergave-instellingen van de grafiek kunnen worden gewijzigd.
6.5.8 Menu Service
- Voorbeeld 1: De ingestelde werkstroom is 1A, de startpositie is 40%, de condensatorregeling is 1, de vermogenscorrectie is 0A.
-
Servicemenu.
In dit venster worden de volgende stukjes informatie van statistische oorsprong weergegeven:
Cyclustelling - dit is het totale aantal bedrijfscycli sinds de machine voor het eerst is ingeschakeld.
Werktijd - dit is de totale tijd dat de machine werkt,
Antiflash - deze waarde geeft aan hoe vaak sinds de dag waarop de machine werd gemaakt, het beschermingssysteem tegen vlambogen werd ingeschakeld.
Anode overbelastingsalarm - deze waarde geeft aan hoe vaak vanaf de dag dat de machine werd gemaakt, het maximale niveau van stroomintensiteit in het anodecircuit werd overschreden en als gevolg daarvan hoe vaak het beveiligingsmechanisme tegen anodeoverbelasting werd ingeschakeld.
Alarm netoverbelasting - deze waarde geeft aan hoe vaak vanaf de dag dat de machine werd gemaakt, het maximale niveau van stroomintensiteit in het netcircuit tijdens het lassen werd overschreden en als gevolg daarvan hoe vaak het beschermingsmechanisme tegen netoverbelasting werd ingeschakeld.
Buistemperatuuralarm - deze waarde geeft aan hoe vaak sinds de dag waarop de machine is gemaakt, het systeem voor thermische buisbescherming automatisch is geactiveerd.
De onderstaande parameters zijn alleen beschikbaar voor onderhoudstechnici van de fabrikant en daarom is een wachtwoord vereist om de parameters te bewerken.
Procesregeling actief - activeert of deactiveert de HF-cycluscontrole-instellingen voor de werkstroom (anodestroom) tijdens het lasproces. Met andere woorden, het selecteren van de knop heeft tot gevolg dat, tijdens het lasproces, het +/- tolerantiebereik van de anodestroom, gespecificeerd in het servicevenster in de regelparameters van het lasproces, is genoteerd. De regelparameters worden verder in deze handleiding beschreven.
-
Vermogen max = Bedrijfsvermogen + - deze parameter geeft de maximale waarde aan van de stroomsterkte die de waarde van de limiet van het Bedrijfsvermogen kan overschrijden om de automatische procedure van anodestroomafname te starten die wordt uitgevoerd door de uitgangscondensator (parameter uitgedrukt in ampèrewaarden binnen het bereik van 0 tot 1A).
Vermogen min = Bedrijfsvermogen - . .. - Deze parameter wordt alleen gebruikt voor het regelen van het lasproces en voor het bepalen van het onderste bereik van de stroomtolerantie.
-
Drukvertragingstijd - deze waarde geeft de tijd aan die verstrijkt vanaf het moment dat de onderste eindschakelaar (die de onderste positie van de elektrode aangeeft) wordt geactiveerd tot het moment dat de elektrode met volle kracht tegen het materiaal wordt gedrukt.
Stel % lassen in de tolerantie in: - deze parameter specificeert de procentuele waarde van de tijd waarvoor de stroom binnen de tolerantie moet zijn. Als de voorgeschreven procentuele drempelwaarde niet is bereikt, wordt er een alarm weergegeven op het HMI-paneel dat aangeeft dat de lasparameters niet zijn bereikt: #A013 LASPARAMETERS NIET BEREIKT. In de statistieken toont de kolom Cycle Status 0 voor de cyclus die op dat moment wordt uitgevoerd.
Totale lastijd [s]: - deze parameter toont de totale tijd die de laatste las in beslag heeft genomen.
Lastijd in de tolerantie [s]: - Deze parameter toont de tijd van de laatste las; deze wordt echter alleen geteld voor de stroom binnen het tolerantiebereik +/- (Vermogen max/min) dat in de bovenstaande parameters wordt voorgeschreven.
-
Laspercentage binnen de tolerantie [%] - Deze parameter toont het percentage van de tijd waarin de stroom binnen het tolerantiebereik +/- lag tijdens de volledige cyclus die onlangs op de machine is uitgevoerd. In het geval van een alarm is het mogelijk om snel te diagnosticeren welk% van de lastijd werd bereikt voor de bovengenoemde parameters.
Tijd - tijdstip waarop het record is genomen
Bedrijfsvermogen [A] - waarde van de in het proces gebruikte parameter
Condensatorregeling [0/1] - waarde van de in het proces gebruikte parameter
- de parameter Current Mode was ingesteld op 0 - het gemiddelde wordt geteld vanaf het moment dat de hoge frequentie werd ingeschakeld
- de parameter Current Mode is ingesteld op 1 - het gemiddelde wordt geteld vanaf het moment dat de ingestelde waarde van de werkstroom werd verkregen;
Cyclusteller - waarde weergegeven op de cyclusteller vanaf de eerste keer opstarten van de machine
OPERATOR INLOGGEN
Het aanraakpaneel kan worden beveiligd tegen toegang door onbevoegden. Om de gebruikersloginfunctie in of uit te schakelen, gaat u naar het servicevenster en klikt u vervolgens op het hieronder rood gemarkeerde gebied:
Het volgende venster wordt geopend:
Actief inloggen - knop activeert of deactiveert het logproces. Om tussen functionaliteiten te schakelen, moet het wachtwoord 21369 worden ingevoerd.
Hieronder staan de berichten die op de machine verschijnen, afhankelijk van of de gebruiker inlogt, een nieuwe gebruiker toevoegt, een gebruiker verwijdert, gebruikersrechten wijzigt of een wachtwoord wijzigt.
- Succes! (kan verschijnen bij het aanmelden, toevoegen van nieuwe gebruikers, verwijderen van gebruikers, wijzigen van gebruikersrechten, wijzigen van wachtwoord).
- Onjuist wachtwoord! (kan alleen verschijnen bij het inloggen).
- Account bestaat al! (kan alleen verschijnen bij het toevoegen van een gebruiker).
- Onacceptabele tekens in het wachtwoord! (kan verschijnen bij het toevoegen van een gebruiker en het wijzigen van het wachtwoord).
- Onacceptabele tekens in de naam! (kan alleen verschijnen bij het toevoegen van een gebruiker)
1.Klik na het inschakelen van de machine op de knop "Log-in" op het aanraakscherm.
2. Er wordt een contextvenster geopend om in te loggen.
3. Selecteer een geschikte gebruiker in de vervolgkeuzelijst.
4. Voer het juiste wachtwoord in en bevestig het met de entertoets op het toetsenbord.
5. Druk op de knop Aanmelden.
6. Er verschijnt een melding op het scherm.
Nadat de machine is uitgeschakeld, wordt de gebruiker automatisch uitgelogd.
NIEUWE GEBRUIKERS AANMAKEN
1. Log in als gebruiker met de bevoegdheid voor gebruikersbeheer.
2. Selecteer pictogram
3. Voer de naam van een gebruiker in het gebruikersveld in (letters en cijfers)
4. Voer het wachtwoord in het wachtwoordveld in (letters en cijfers)
5. Selecteer het niveau van rechten dat de aan te maken gebruiker moet hebben.
A - basiswerkzaamheden aan de machine
B - niet-toegewezen
C - receptbewerking
D - niet-toegewezen
E - niet-toegewezen
F - serviceparameters, gebruikersbeheer
6. Selecteer de knop Toevoegen.
7. Er verschijnt een melding op het scherm.
GEBRUIKERS WISSEN
1. Log in als gebruiker met de bevoegdheid voor gebruikersbeheer.
2. Selecteer pictogram
3. Selecteer een geschikte gebruiker in de vervolgkeuzelijst.
4. Druk op de knop Verwijderen.
5. Er verschijnt een melding op het scherm.
DE PERMISSIES DIE AAN DE GEBRUIKER ZIJN TOEGEWEZEN WIJZIGEN.
1. Log in als gebruiker met de bevoegdheid voor gebruikersbeheer.
2. Selecteer pictogram
3. Selecteer een geschikte gebruiker in de vervolgkeuzelijst
4. Het machtigingsniveau voor een bepaalde gebruiker selecteren of de-selecteren.
5. Druk op Wijzigen.
6. Er verschijnt een melding op het scherm.
HET WACHTWOORD WIJZIGEN
1. Inloggen. De operator kan alleen zijn eigen wachtwoord wijzigen; een supervisor kan echter het wachtwoord van elke gebruiker wijzigen.
2. Selecteer pictogram
3. Selecteer een geschikte gebruiker in de vervolgkeuzelijst (indien ingelogd als supervisor).
4. Voer het nieuwe wachtwoord in
5. Druk op Wijzigen.
6. Er verschijnt een melding op het scherm.
IN DE FABRIEK AANGEMAAKTE GEBRUIKERS EN HUN TOEGEWEZEN WACHTWOORD(EN)
GEBRUIKERSNAAM - WACHTWOORD
OPERATOR - 33
SUPERVISOR - 11
Miller Weldmaster - BEDOELD VOOR SERVICE DOOR DE FABRIKANT;
Toestemmingen:
OPERATOR - werken aan de machine, recepten kunnen selecteren en bewerken.
SUPERVISOR - aan de machine werken, een recept selecteren, recepten bewerken, parameters wijzigen, operators toevoegen en verwijderen en de wachtwoorden van andere gebruikers wijzigen.
Gegevens gearchiveerd in het geheugen van het HMI touch panel
De volgende software is vereist voor het lezen en converteren van geschiedenisbestanden en recepten op een computer met het Windows-besturingssysteem:
- de gratis EasyBuider Pro software, die kan worden gedownload van het HMI-paneel op de webpagina van de fabrikant: http://www.weintek.com/ of vertegenwoordiger in Polen http://www.multiprojekt.pl/ftp/weintek_hmi/easy_builder_pro/
- Microsoft Excel of een ander spreadsheetprogramma.
- Selecteer op de computer met een draadloze netwerkkaart het netwerk met een naam die overeenkomt met het fabrieksnummer van de machine zoals opgeslagen op het typeplaatje, bijvoorbeeld: D120-XM-003.
- Voer het wachtwoord in dat overeenkomt met het fabrieksnummer van de machine in hoofdletters vanaf het einde zonder koppeltekens, bijvoorbeeld: 300MX021D.
- Ga naar het servicevenster en klik op het hieronder rood gemarkeerde gebied.
- Het venster met geavanceerde instellingen wordt geopend, waarin het IP-adres van het HMI-paneel en het momenteel geladen project te vinden zijn.
GESCHIEDENISBESTANDEN KOPIËREN VANAF HET HMI-PANEEL VIA HET WIFI-NETWERK
- Open Windows Verkenner in een willekeurige map en voer de volgende formule in de adresbalk in waar het IP-adres zich bevindt, bijvoorbeeld: 192.168.1.50; het van het aanraakpaneel afgelezen adres moet worden ingevoerd: ftp://uploadhis:753456@192.168.1.50/
- Klik dan op 'Enter
- Er wordt een venster geopend met het geheugen van het aanraakscherm
- De structuur van de map is beschreven in een van de volgende hoofdstukken. De volledige inhoud van elke map kan worden gekopieerd. Het is ook mogelijk om individuele bestanden te kopiëren die in de mappen zijn opgeslagen.
GEARCHIVEERDE GEGEVENS IN HET GEHEUGEN VAN HET HMI TOUCH PANEL
- Steek een USB-geheugenapparaat in de poort van het HMI touch panel.
- Er verschijnt een venster op het scherm van het HMI-paneel wanneer de knop Uploaden moet worden ingedrukt voordat het aftellen voorbij is.
- Selecteer in het volgende venster de gegevens die moeten worden gedownload en voer het wachtwoord in:
- 753456, selecteer de locatie /usbdisk/disk_a_1 en druk op de knop Uploaden om het downloaden van de bestanden te starten.
DE STRUCTUUR VAN DE GESCHIEDENIS- EN RECEPTENBESTANDEN
- ""recept"- in de map "recept" staan drie bestanden: "recipe.db" "recipe_a.rcp" en "recipe.rcp". Het bestand "recipe.db" bevat recepten die zijn opgeslagen in het HMI-paneel. Het kan worden gebruikt als back-up of om recepten te uploaden naar een ander HMI touch panel. U kunt ook recepten bewerken op uw computer.
- "datalog" - in de map datalog bevindt zich de map graphData en de map statistics.
- "graphData" - in de map "GraphData" staan bestanden met gegevens over de bedrijfsparameters van de machine. Elke dag dat de machine wordt gebruikt, wordt een bestand opgeslagen met de naam van de datum. Het volgende wordt ook opgeslagen:
- C [%] - positie van de condensator
- Ia [A] - intensiteit anodestroom
Al deze parameters worden elke 0,5 seconde opgeslagen en alleen tijdens de cyclus. Ze worden opgeslagen in een tabel.
- "statistics" - in de map "statistics" staan bestanden met processtatistieken. Elke dag dat de machine wordt gebruikt, wordt er een bestand opgeslagen met de naam van de datum. Het volgende wordt ook opgeslagen:
- Receptnaam - naam van het recept dat wordt gebruikt om de opgenomen werkcyclus uit te voeren.
- gebruiker - naam van de operator die tijdens de cyclus is ingelogd.
- capa position [%] - vooraf ingestelde startpositie van de condensator.
- stroom [A] - ingestelde bedrijfsstroom.
- delay time [s] -vertragingstijd ingesteld.
- lastijd [s] - ingestelde verwarmingstijd.
- cool time [s] - ingestelde koeltijd.
- power level - vermogensniveau ingesteld.
- druk [bar] - ingestelde druk.
- huidige modus - setpoint van de huidige modus .
- condensatorregeling - instelpunt van de condensatorregeling.
- huidige correctie - waarde van de parameter die in het proces wordt gebruikt.
- procesregeling - informatie over actieve procesregeling.
- processtatus - status van de procesbesturing, waarbij -1 inactieve procesbesturing betekent,
- betekent fout - proces onderbroken of lasparameters niet gehaald, 1 betekent succes - het lasproces is uitgevoerd, volgens de parameters die voor de stroom zijn ingesteld.
- huidige status - status van de huidige besturing, waarbij -1 inactieve procesbesturing betekent,
- betekent fout - proces onderbroken of lasparameters niet gehaald, 1 betekent succes - het lasproces is volgens de ingestelde parameters verlopen.
- gemiddelde stroom - gemiddelde stroomwaarde tijdens het lassen.
- teller - teller voor machinecycli.
- eventlog"- in de map "eventlog" staan bestanden met een overzicht van de geschiedenis van alarmmeldingen die zijn weergegeven tijdens de werking van de machine. De geschiedenis van de alarmmeldingen wordt opgeslagen in een bestand met de naam EL_data, bijvoorbeeld: EL_20220105. Het volgende wordt ook opgeslagen:
- Gebeurtenis - informatie, waarbij 0 aangeeft wanneer het alarmbericht is opgetreden en 2 aangeeft wanneer het alarmbericht is gereset.
- Categorie - niet relevant
- Bericht - de inhoud van het alarmbericht
- Steek het USB-geheugen met geripte recepten in de computer en open het programma Utility Manager.
- Klik in de linkerbovenhoek van het venster op Select screen en selecteer het paneelmodel: cmt X Serie - Basic.
- Selecteer op het tabblad Gegevensconversie de toepassing Receptendatabase-editor.
- Klik in de toepassing Recipe Database Editor op Importeren... en selecteer de bestanden met gekopieerde recepten "recipe.db".
- Het venster voor het bewerken van recepten wordt geopend.
- Als het bewerken klaar is, klik je op Exporteren... en sla je het bestand op de vorige locatie op.
RECEPTEN KOPIËREN VANAF USB-GEHEUGEN:
- 1. Steek de USB-stick met opgeslagen recepten in de aansluiting van het HMI touch panel. Het receptenbestand moet precies zo in de map "recipe" staan als wanneer de recepten van het paneel worden gedownload.
- Op het scherm van het HMI-paneel verschijnt een venster, klik op Download.
- Selecteer in het volgende venster Receptendatabase; selecteer de locatie van het receptbestand; voer het wachtwoord in: 753456 en klik op de knop Downloaden.
Recepten worden in het geheugen van het HMI touch panel geladen. Schakel de machine uit en weer in.
6.6 Aansluiting op stroombron
Onder GEEN ENKELE OMSTANDIGHEID mag de machine bediend worden door ongekwalificeerd personeel. De bedieners van de machine moeten bekend zijn met de regels voor veiligheid en gezondheid op het werk.
Voordat het apparaat op een voedingsbron wordt aangesloten, moeten de volgende procedures worden uitgevoerd:
- ervoor zorgen dat de werkomgeving van de machine (machine en omgeving) schoon en in orde is of dat er geen obstakels zijn die een negatieve invloed kunnen hebben op de standaard bedrijfscyclus van de machine; en
- ervoor zorgen dat de juiste hoeveelheid grondstoffen (proefstukken) wordt voorbereid; en
- ervoor zorgen dat de afvalbakken en containers voor gelaste producten op de juiste plaats staan, maar wel in de buurt van de machine als gevolg van de eventuele vereisten van Bayer met betrekking tot de productiecyclus; en
- De laselektrode moet op een klem worden geplaatst (de uitzondering op de regel is wanneer de elektrode op materiaal wordt geplaatst en vervolgens door een klem wordt aangedrukt)
- zorg ervoor dat alle afschermingen goed op de machine bevestigd zijn en dat de zijdeuren van een schakelkast gesloten zijn;
- Til de elektrode naar de bovenste positie.
- Zet de HOOFDSCHAKELAAR in de stand 0-UIT - dit betekent dat de machine is uitgeschakeld.
- Zet de handbediende persluchtafsluiter uit (om de procedure uit te voeren - draai de klep naar rechts - UIT-stand)
- Breng de werkomgeving rond de machine in orde.
- Zowel de stekker van de stroomtoevoer als die van het persluchtsysteem moeten uit het stopcontact worden getrokken in geval van langdurige werkonderbreking (beide stekkers moeten uit het stopcontact worden getrokken).
DE AANPASSING VAN DE TAFELPARALLELLITEIT
Als de parallelliteit tussen het lasoppervlak van de elektrode en het oppervlak van de werktafel gecorrigeerd is, wordt aanbevolen de elektrodepositie bij te stellen met behulp van stelschroeven.
DE AANPASSING VAN DE VOETHENDEL
De voorwaartse of achterwaartse beweging van de voethendel kan worden afgesteld met behulp van moeren, waarvan er een is gemarkeerd met de letter A in Fig. 32. De andere moer bevindt zich aan de andere kant. De andere moer zit aan de andere kant. Aan beide zijden van de voethendel zijn ook gaten geboord om de voethendel indien nodig te laten zakken.
6.7 Test- en instelprocedure
De test- en instelprocedure moet in de praktijk worden gebracht wanneer:
- de machine voor het eerst is ingeschakeld,
- het vervangen van gereedschap nodig is (wanneer dit nodig is),
- de onderhoudsprocedure is voltooid,
- De operators moeten bekend zijn met de functionaliteit van de machine.
Om de genoemde procedure uit te voeren, moet de operator:
1. Controleer of de Ua SETTING schakelaar, die zich aan de zijkant van de machine bevindt, in de 0 - OFF positie staat.2. Leg het materiaal dat gelast moet worden op de werktafel.
LET OP! Zorg ervoor dat er geen materiaal op de verbindingen van de golfgeleiders komt.
3. Druk de voethendel en de klem met de elektrode op het materiaal.
7. Til de klem met de elektrode verschillende keren op en neer om te controleren of hij vloeiend beweegt en of de elektrode parallel is aan de tafel.
- INITIALE KRACHT
- BEDIENINGSKRACHT
- VERTRAGINGSTIJD
- LASTIJD
- KOELTIJD.
Wanneer een nieuw type materiaal wordt getest, wordt sterk aangeraden om de lascyclusparameters met lage waarden in het systeem in te voeren en de waarden vervolgens geleidelijk te verhogen tot het meest wenselijke laseffect is bereikt.
14. Met behulp van het handbediende reduceerventiel het niveau van de elektrodruk voor het lasproces instellen (fig. 8 - cijfer 7).
15. Druk op op het HMI-paneel: HMI → Hoofdscherm → Huidige modus → 0 of 1
16. Druk op op het HMI-paneel: HMI → Hoofdscherm → Condensatorregeling →
Huidige modus 0/1 en Condensatorregeling 0 / 1 worden in detail beschreven in hoofdstuk 6.5.4.
17. Stel indien nodig de waarde voor vermogenscorrectie in. Deze parameter wordt beschreven in hoofdstuk 6.5.4.
18. Zorg ervoor dat een isolatiekussentje op de werktafel of op het tussenschot van aluminiumplaat schoon is - het mag niet vuil of mechanisch beschadigd zijn op de plaats waar de elektrode tegen het lasmateriaal wordt gedrukt.
LET OP! De isolerende onderlegger moet direct onder het gelaste materiaal worden geplaatst om de gebruiker te beschermen tegen een vlamboog die ontstaat tussen de laselektrode en de werktafel.
LET OP! Als het verdeelschot bedekt is met de isolerende onderlegger, moet het goed aan de tafel vastkleven - zodanig dat er geen onzuiverheden tussen het verdeelschot en de werktafel kunnen komen.
Let op! Vermijd het plaatsen van iets onder de aardelektrode. Als het tijdens het lasproces nodig is om het te lassen materiaal onder de aardelektrode te plaatsen, moet de laag onder de aardelektrode zo dun mogelijk zijn.
19. Laat de klem met de elektrode zakken met behulp van de voethendel. Controleer of de melding verschijnt in het hoofdvenster van het HMI-paneel om aan te geven dat de elektrode de onderste positie heeft bereikt.
20. Druk beide START-knoppen tegelijkertijd in wanneer de elektrode tegen het materiaal wordt gedrukt. Houd de START-knoppen ingedrukt totdat de in het recept ingestelde lasparameters zijn afgeteld. Het loslaten van de knoppen tijdens de cyclus stopt de cyclus.
LET OP: Om de hoogfrequentielas in te schakelen moeten beide START-knoppen op de bedieningsstations tegelijkertijd worden ingedrukt. Gebruik beide handen om deze handeling uit te voeren. In handbediening moet je de knoppen indrukken en mag je ze niet loslaten gedurende de hele lastijd. Alle andere handelingen om de knoppen niet met beide handen in te drukken zijn ten strengste verboden.
LET OP: het lasproces in de machine wordt aangegeven op de signaallampkolom (oranje licht).
LET OP: Tijdens het lassen is het ten strengste verboden om de klem, de elektrode of de golfgeleider te benaderen, laat staan aan te raken met uw lichaamsdelen of metalen voorwerpen, vanwege het risico op elektrische brandwonden, vlamboogontsteking of vervuiling van het gereedschap.
LET OP: de NOODSTOP-knop is ontworpen om op elk moment te worden ingedrukt, vooral wanneer de noodstop onmiddellijk nodig is.
21. Let op de indicaties op de ampèremeter. ANODE CURRENT- De plaatstroom moet stijgen binnen het bereik van het groene gebied dat wordt aangegeven op de tabel van de ampèremeter.
22. Gebruik de voethendel om de elektrode omhoog te trekken en controleer de kwaliteit van de las.
23. Controleer de gladheid van de las.
24. Pas afhankelijk van het eerste lasresultaat (gelast, niet gelast, oververhit) de lasparameters aan:
- INITIALE KRACHT
- BEDIENINGSKRACHT
- VERTRAGINGSTIJD
- LASTIJD
- KOELTIJD
- DRUK (handmatig aanpassen)
- POWER LEVEL (handmatig aanpassen)
- STROOMMODUS
- CONDENSATORREGELING
- VERMOGENSCORRECTIE.
25. De machine moet vele uren getest worden. Ze moet getest worden wanneer het product herhaalbaar is. Het is sterk aan te raden om de bedrijfscyclus van de machine, haar functionaliteit en ergonomie in de productielijn te controleren.
26. Na ontvangst van een bevredigend lasresultaat wat betreft sterkte en visuele esthetiek schrijf je de lasparameters op als recept: HMI → Hoofdscherm → knop Recept opslaan → Venster Recepten database → voer de nieuwe naam van het recept in in de kolom NAAM→ selecteer knop . Het nieuwe recept verschijnt in de receptenlijst.
6.9 Gebruikscyclus en bedieningstaken
1. Start de machine op volgens de procedure in hoofdstuk 6.7.
- Initieel vermogen;
- Bedrijfsvermogen;
- Vertragingstijd;
- Lastijd;
- Koeltijd
- Machtsniveau
ATTENTIE: Het is op elk moment mogelijk om het HF-proces te stoppen met de STOP-knop op het bedieningsstation.
ATTENTIE: Om de HF-las aan te zetten, moeten beide START-knoppen op de bedieningsstations tegelijkertijd worden ingedrukt. Gebruik beide handen om deze handeling uit te voeren. In de automatische modus is het niet nodig om de knoppen gedurende de hele cyclus ingedrukt te houden. In de automatische cyclus worden de knoppen alleen gebruikt om het lasproces te starten. Elke andere handeling waarbij de knoppen niet met beide handen worden ingedrukt, is ten strengste verboden.
LET OP: het lasproces in de machine wordt aangegeven op de signaallampkolom (oranje licht).
ATTENTIE: Tijdens het lassen is het ten strengste verboden om de klem, de elektrode of de golfgeleider met uw lichaamsdelen of metalen voorwerpen aan te raken vanwege het risico op elektrische brandwonden, vlamboogontsteking of vernieling van het gereedschap.
Naast het uitgangsvermogen, de perskracht en de parallelle positie van de elektroden, is ook het soort basismateriaal dat op de geaarde rol onder de folie wordt aangebracht van groot belang voor het lasproces. Vermijd lassen zonder een laag basismateriaal - het gebruik van basismateriaal vermindert het risico op elektrische schokken. Basismateriaal moet een laag diëlektrisch verlies hebben. Dit kunnen bijvoorbeeld epoxy-glasplaten, polytetrafluorethyleen (Teflon), polyester (MYLAR), Presspanplaten, Resotex, bakeliet, enz. zijn. De dikte en hardheid van het basismateriaal hangt af van de dikte van de gelaste folie. Gewoonlijk moet dunner basismateriaal worden gebruikt voor dikkere folie en dikker basismateriaal - voor dunnere folie. De dikte van het basismateriaal kan variëren van 0,1 tot 1,5 [mm] en moet worden gekozen voor het gegeven type folie en lasomstandigheden in de loop van verschillende experimenten.
LET OP: Lassen zonder primer moet worden vermeden. Het gebruik van een geschikte backing vermindert het aantal overspanningen op de elektrode.
7.2. SELECTIE VAN INITIEEL VERMOGEN
Om de hoogst mogelijke prestaties en een klein aantal afkeuringen te bereiken, moet het vermogen voor elke elektrode worden aangepast met de POWER LEVEL-schakelaar. Met het eerste element kan de stroomtoevoer van de generator worden aangepast, met het tweede - de stroom die aan de elektrode wordt geleverd en naar het gelaste materiaal wordt uitgestraald. Het instellen van het vermogen moet in de loop van verschillende experimenten worden uitgevoerd (volgens de instructies van de fabrikant).
Wanneer je het uitgangsvermogen verhoogt, let dan op de ampèremeter die de anodestroom meet. Als deze toeneemt, betekent dit dat het lasproces wordt gestart.
De lastijd moet zo worden ingesteld dat de hoge frequentie wordt uitgeschakeld wanneer de wijzer van de ampèremeter stopt. Controleer de laskwaliteit. Als de kwaliteit onvoldoende is, verhoog dan het uitgangsvermogen en als dit niet helpt, verhoog dan de lastijd. Stel het uitgangsvermogen niet te hoog in - dit kan leiden tot beschadiging van de producten of zelfs van het basismateriaal en de elektroden.
Als regel moet worden aangenomen dat bij het lassen van hard PVC de lastijd niet langer mag zijn dan 4 - 5 seconden. Experimenten hebben uitgewezen dat een langere lastijd dan de bovengenoemde waarden vrijwel geen invloed heeft op de laskwaliteit, maar de efficiëntie van het proces aanzienlijk vermindert. Als uit de uitgevoerde experimenten blijkt dat het lassen langer dan acht seconden duurt, duidt dit alleen op een onjuiste selectie van een generator voor de belasting of op het installeren van een elektrode met een te groot oppervlak. Nadat de spanning van de elektroden is gehaald, moeten de gelaste materialen afkoelen onder de perseenheid. Als de elektrode te vroeg wordt opgetild, wanneer het materiaal nog vormbaar is, koelt het lasmateriaal verkeerd af en vervormt het. De positieve invloed van de elektrode op het afkoelingsproces is gemakkelijk te begrijpen als je beseft dat hoewel de elektrode erg warm lijkt, zijn temperatuur nog steeds veel lager is dan de temperatuur van de lasnaad. Daardoor kan de elektrode de warmte van de lasfilm absorberen en deze snel afkoelen.
Daarom moet het gelaste materiaal 0,52 seconden onder de perseenheid afkoelen. De afkoeltijd moet gekozen worden in de loop van verschillende experimenten, want een te lange afkoeltijd betekent onnodig verlies van productietijd.
Voor het lassen van zachte PVC-film is druk van de elektroden tegen het gelaste materiaal nodig. Het meten van de optimale druk van de elektroden kan moeilijk zijn en dergelijke metingen zijn in de praktijk niet echt nodig. Om de juiste druk in te stellen, is het meestal voldoende om gevallen van verkeerd lassen en het uiterlijk van verkeerd lassen te herkennen, wat kan duiden op een onjuiste instelling van de druk. Een te lage druk kan worden aangegeven door de volgende symptomen:
- Gevoeligheid voor vonkontladingen tussen twee elektroden omdat de lucht, die eruit geperst had moeten worden, zich tussen twee lagen folie bevindt met als gevolg een onregelmatige stroomsterkte;
- optreden van luchtbellen in de naad;
- het uiterlijk van naadsterkte die klein is
Als de druk bijzonder laag is, kan er iets optreden dat gewoonlijk "filmkoken" wordt genoemd. Wanneer de film onder zeer lage druk wordt gelast, kan deze vervormen tot een schuimig product met een zeer lage weerstand. Het toepassen van overmatige druk is ook ongepast, omdat dit de film erg dun kan maken langs de lasplaats en dus ook kan resulteren in een lagere weerstand van het gelaste materiaal. Daarom wordt aanbevolen om het principe te volgen dat de dikte van de folie na het lassen gelijk moet zijn aan ten minste de helft van de oorspronkelijke dikte van beide lagen folie. Het verschijnen en de juiste vorm van karakteristieke lekkage die gewoonlijk langs beide randen van de gelaste plaats wordt gevormd, heeft ook een belangrijke invloed op de weerstandseigenschappen van het gelaste materiaal. Als een dergelijke lekkage niet optreedt, duidt dit meestal op onvoldoende weerstand van de lasplaats, die heel gemakkelijk kan worden getest. Het ontbreken van de lekkage na het lasproces kan worden veroorzaakt door een te laag uitgangsvermogen of onvoldoende druk. Als je elektroden met snijkanten gebruikt, is het heel belangrijk om de snijkant correct te positioneren. Meestal wordt aangenomen dat de snijkant van de elektrode ongeveer de helft van de dikte van de gelaste folie uit het lasvlak steekt. Om de werking van de snijkant te controleren, is het nodig om verschillende testlascycli uit te voeren en de restjes folie te verwijderen. Het resultaat van de tests kan als bevredigend worden beschouwd als het verwijderen van de filmresten langs de laslijn niet meer dan één knip met een schaar vergt.
8.0 Onderhoud
Dankzij de toegepaste constructieoplossingen en ongecompliceerde structuur van de machine zijn zowel preventieve als noodonderhouds- en controleactiviteiten relatief eenvoudig en vereisen ze geen lange onderbrekingen in de werking van de machine.
Het lasapparaat vereist weinig werk in verband met de werking en het onderhoud van de machine, mits de juiste gebruiksomstandigheden worden gehandhaafd. Het is noodzakelijk om regelmatig de technische staat van de aansluiting van de machine op het elektriciteitsnet te controleren, met name de staat van het elektrische schokbeveiligingssysteem.
Alle onderdelen van de hoogfrequent generator, met name alle isolerende elementen, moeten schoon worden gehouden. De binnenkant van het uitvoersysteem van de generator moet minstens om de drie maanden grondig worden gereinigd. Na deze reiniging moet de toestand van de generatorcomponenten en de eenheden die rechtstreeks samenwerken met de generator worden gecontroleerd en moeten alle verbindingen worden aangedraaid.
Vanwege de specifieke eigenschappen van de machine wordt aanbevolen dat sommige van de bovengenoemde taken worden uitgevoerd door bevoegd en goed gekwalificeerd technisch onderhoudspersoneel van de fabrikant (dit geldt met name voor noodsituaties). De bovengenoemde taken vereisen bijzondere zorg en aandacht.
LET OP: Tijdens de werking van de generator hebben de componenten, evenals de componenten van het uitgangscircuit, een spanning tot 8 kV DC en een hoogfrequente spanning tot 220 V (27,12 MHz ).
LET OP: De condensatoren van de anodegenerator kunnen elektrische lading vasthouden met een spanning tot 8000 VDC, zelfs nadat het lasapparaat is losgekoppeld van de voeding. Voordat de onderdelen van de hoogfrequentiegenerator worden aangeraakt, moeten deze condensatoren altijd worden ontladen.
De aarding van de machinestructuur moet met bijzondere zorg worden uitgevoerd. Vergeet niet dat de generator nooit mag werken wanneer de beschermschermen verwijderd zijn, ook niet tijdens technische service- en onderhoudswerkzaamheden, wanneer het veiligheidsniveau van de machine lager kan zijn als gevolg van de uitgevoerde reparatie.
Voor alle onderhoudstaken en reparaties is een vergunning van de bevoegde personen vereist.
U moet een MACHINERECORD BIJHOUDENmet de data en types van uitgevoerde preventieve activiteiten of reparaties.
Betreed tijdens onderhoudstaken of andere vereiste handmatige handelingen nooit het gebied dat blootgesteld is aan potentiële en voorspelbare gevaren en plaats er geen lichaamsdelen in om het risico op potentiële en voorspelbare gevaarlijke situaties te elimineren.
Draag altijd beschermende kleding en antislipschoenen om het risico op vallen te verkleinen. Zorg er altijd voor dat je mouwen goed om je polsen zitten of goed opgerold zijn.
Gebruik altijd werkhandschoenen bij het werken met onderdelen met scherpe randen.
Al het personeel dat verantwoordelijk is voor de bediening en het onderhoud van de machine moet goed worden opgeleid en geïnstrueerd.
Alle onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd en gekwalificeerd personeel dat in staat is defecten en storingen correct te interpreteren en installatieschema's en technische tekeningen te lezen, zodat alle demontage- en montagewerkzaamheden die verband houden met standaard onderhoudsprocedures op een professionele en - wat het belangrijkst is - veilige manier worden uitgevoerd.
Alle taken die worden uitgevoerd in het werkgebied van de perseenheid, d.w.z. montage en demontage van de elektrode, uitgevoerd wanneer de voeding van de machine is ingeschakeld, kunnen uitsluitend worden uitgevoerd door personeel dat goed is opgeleid in Arbo & veiligheid, met name wat betreft de risico's die gepaard gaan met de werking van de perseenheid.
Je moet ook rekening houden met mogelijk afwijkend gedrag van de machine wanneer het pneumatische systeem van de lasmachine of de persluchttoevoerkanalen niet afgedicht zijn. Dit zal resulteren in het langzaam automatisch laten zakken van de perseenheid van de lasmachine.
Het personeel moet over een dergelijk risico worden geïnformeerd tijdens de training in gezondheid en veiligheid op het werk.
ATTENTIE: Tijdens elk van de bovengenoemde handelingen moet de machine worden stopgezet.
8.2 Preventief programma - Periodieke controles
AAN HET BEGIN VAN ELKE DIENST
- Controleer of het werkgebied van de machine schoon en netjes is;
- Controleer visueel of de schermen vergrendeld zijn;
- Controleer de verlichting van het werkgebied;
- Controleer of de NOODSTOP-knop goed werkt;
- Controleer de hoofdbeveiliging in de elektrische installatie;
- Controleer de staat van de koperen en messing geleidende elementen in het gebied van de elektrodehouder en de aardingselementen van de zijbeschermingsschermen.
ELKE 100 BEDRIJFSUREN VAN DE MACHINE (MINSTENS ÉÉN KEER PER WEEK):
- Controleer of de lastdragende schroeven (met name de schroeven waarmee de gereedschappen zijn bevestigd) goed vastzitten en goed zijn aangedraaid;
- Controleer het condenswaterniveau in het persluchtfilterreservoir; als er water in zit, leegt u het reservoir; als er grote hoeveelheden vaste verontreinigingen in zitten, demonteert u het reservoir en wast u het;
ELKE 500 BEDRIJFSUREN VAN DE MACHINE (MAAR TEN MINSTE ELKE TWEE WEKEN)
- Controleer of de radiator van de anodelamp schoon is;
- Controleer de hoeveelheid vaste verontreinigingen en stof in de generatorkamer; als het nodig is, reinigt u de kamer met een stofzuiger of een persluchtpistool;
- Controleer of bewegende elementen (waaronder met name de gereedschappen en geleiders) schoon zijn;
- Smeer bewegende elementen - met name de geleiders; als het nodig is, gebruik dan vast vet op lithiumbasis en een smeermiddel;
- Controleer en test de alarmunit.
ELKE 1000 BEDRIJFSUREN VAN DE MACHINE (MAAR TEN MINSTE ELKE ZES MAANDEN)
- Controleer de toestand van de mechanische elementen visueel;
- Draai alle schroeven vast;
- Controleer of de beveiliging tegen elektrische schokken goed werkt;
- Controleer of de geleiders goed gesmeerd zijn;
- Controleer de toestand van de hoofdcontactelementen - hoofdschakelaars of andere contactelementen van het systeem, zoals schakelaars of relais van overmatig versleten oppervlakken moeten worden vervangen.
LET OP: Schakel vóór elk onderhoud de machine uit met behulp van de HOOFDSCHAKELAAR en trek de stekker uit het stopcontact.
LET OP: Schakel vóór elk onderhoud de machine uit met behulp van de HOOFDSCHAKELAAR en trek de stekker uit het stopcontact.
De belangrijkste elementen in de machine, die worden gebruikt om de veiligheid van de werking te verhogen en te garanderen, zijn:
- detectoren met open behuizing
- gemakkelijk bereikbare NOODSTOP-schakelaar op de bedieningshendel die de machine op elk moment uitschakelt
- een set sensoren en detectoren die de correcte werking van de machine en de afzonderlijke systemen controleren, verbonden met signalering op het bedieningspaneel
- extra beveiligingen in het algoritme van de machinebesturing die voorkomen dat de machine start in potentieel gevaarlijke situaties
- De structuur van de machine zelf zorgt voor maximale veiligheid.
9.1 Basisvereisten
De kwesties die verband houden met gezondheid en veiligheid op het werk en de risicobeoordeling tijdens het contact van een persoon met de machine zijn in detail beschreven in de vorige hoofdstukken van deze handleiding. Omdat dit onderwerp uiterst belangrijk is, worden sommige instructies in dit hoofdstuk herhaald.- De machine mag uitsluitend worden gebruikt op een manier die geschikt is voor het doel dat expliciet is beschreven in punt 1.
- De toegepaste constructieoplossingen met betrekking tot veiligheid beperken zowel het niet-standaard gedrag van de machine als de gevaren voor de bedieners en andere personen die in contact komen met de machine tot een minimum, op voorwaarde dat de principes van veilig werken worden nageleefd. De machine is uitgerust met sleutelschakelaars op veiligheidsschermen en NOODSTOP-knop.
- Elke nieuwe werknemer die in contact komt met de lasmachine moet worden getraind op het gebied van de basisprincipes van gezondheid en veiligheid op het werk en vertrouwd worden gemaakt met de soorten gevaren die gepaard gaan met de bediening van de lasmachine, tenzij de operator de verplichte voorschriften en principes volgt.
- Het personeel dat verantwoordelijk is voor de bediening van het lasapparaat moet een grondige kennis hebben van eerste hulp bij elektrische schokken en brandwonden. In het geval van personen die werken met apparaten die elektromagnetische golven met een frequentie in het bereik van 0,1 - 300 MHz gebruiken, is periodiek medisch onderzoek vereist.
- Na de installatie van het lasapparaat is het noodzakelijk om de elektromagnetische veldemissie te meten en de grenzen van de gevaarlijke zone vast te stellen.
- LET OP: de lamp bevat zeldzame aardmetalen en zeldzame aardmetaaloxiden die zeer giftig zijn. In geval van breuk moet de lamp met de grootste zorg en met de hulp van gespecialiseerde diensten worden verwijderd.
- Op basis van de meetresultaten worden het risiconiveau en de tijd dat operators in de gevaarlijke zone mogen blijven, bepaald in overeenstemming met de geldende normen.
- De gevaarlijke zone mag alleen worden betreden door personen die op basis van een gespecialiseerd medisch onderzoek zijn goedgekeurd voor het werken in een omgeving met elektromagnetische velden en die goed zijn opgeleid in het veilig bedienen van apparaten die elektromagnetische velden uitzenden.
- De bovengenoemde metingen moeten worden uitgevoerd door een bevoegd instituut. Gedetailleerde instructies met betrekking tot dergelijke metingen worden gespecificeerd door de toepasselijke regelgeving in het land waar de machine wordt gebruikt.
- De ontvanger van het apparaat draagt de volledige juridische en financiële verantwoordelijkheid voor gebeurtenissen die het gevolg zijn van het negeren van deze documentatie of het niet naleven van de veiligheidsregels. Het lezen en opvolgen van de markering is ABSOLUUT VERPLICHT.
- Op basis van de informatie in deze documentatie en de kennis van de eigen producttechnologie is de ontvanger verplicht een JOB MANUAL te ontwikkelen voor werknemers die deze machine bedienen.
- Voordat met werkzaamheden aan de machine wordt begonnen, moet elke operator de inhoud van deze documentatie lezen en een STATION MANUAL laten maken.
- Machinebedieners moeten altijd standaard werkkleding, handschoenen, hoofddeksels en antislipschoenen dragen.
- De werkomgeving van de machine, de vloer en de handmatige houders en handgrepen moeten altijd schoon en vrij van verontreiniging, vet of modder zijn om het risico van uitglijden of vallen tot een minimum te beperken.
- Gebruik de machine nooit in de automatische bedrijfsmodus zonder de vaste of mobiele beveiligingselementen. Controleer regelmatig of alle noodschakelaars en alle andere beveiligingselementen goed gemonteerd zijn en goed functioneren.
- Iedere bediener van de machine moet instructies krijgen over de functies van de beveiligingselementen van de machine en het juiste gebruik ervan.
- In de omgeving van het apparaat (ongeveer 1,5 m rond het apparaat) mogen zich geen voorwerpen bevinden die de werking van het apparaat kunnen verstoren. Dit gebied moet schoon worden gehouden en goed verlicht zijn.
- Gebruik de manipulators of flexibele leidingen van de machine nooit als houders. Onthoud dat elke onopzettelijke beweging van de manipulator van de machine per ongeluk de werking van de machine kan starten.
- Stel de supervisor en/of het verkeerspersoneel altijd op de hoogte van onjuiste bediening van de machine.
- Voor alle onderhoudstaken en reparaties is een vergunning van de bevoegde personen vereist.
- U moet een Machinerecordmet de datums en types van uitgevoerde preventieve activiteiten of reparaties.
- Betreed tijdens onderhoudstaken of andere vereiste handmatige handelingen nooit het gebied dat blootgesteld is aan potentiële en voorspelbare gevaren en plaats er geen lichaamsdelen in om het risico op potentiële en voorspelbare gevaarlijke situaties te elimineren.
GEBRUIK HET LASAPPARAAT NOOIT ALS DE VEILIGHEIDSSCHERMEN VERWIJDERD ZIJN OF ALS DE SLEUTELSCHAKELAARS GEBLOKKEERD ZIJN. DIT GELDT IN HET BIJZONDER VOOR DE BEVEILIGINGSSCHERMEN VAN DE GENERATOR. Deze schermen verminderen de emissie van elektromagnetische velden en voorkomen dat de elementen van het elektrische circuit met een voedingsspanning of een hoogspanning tot 8000 V per ongeluk worden aangeraakt.
- Draag altijd beschermende kleding en antislipschoenen om het risico op vallen te verkleinen. Zorg er altijd voor dat je mouwen goed om je polsen zitten of goed opgerold zijn.
- Gebruik altijd werkhandschoenen bij het werken met hete onderdelen of onderdelen met scherpe randen.
- Men moet ook onthouden dat op de onderdelen die om ergonomische redenen niet achter een afscherming zijn afgedekt, d.w.z. de elektrode en de geleidende onderdelen van de elektrodehouder, hoogfrequente spanning staat. RAAK DEZE ONDERDELEN NOOIT AAN TIJDENS HET LASPROCES..
- Het aanraken van deze onderdelen tijdens het lasproces resulteert in verbranding van de huid door hoogfrequente spanning. Dit is echter niet gevaarlijk voor het leven of de gezondheid.
- De gebruikte methode van stroomtoevoer van de lasmachine houdt een potentieel risico in van het samendrukken of verpletteren van ledematen in de ruimte tussen het samendrukken van de elektroden. Alle werkzaamheden in het werkgebied van de perseenheid, d.w.z. het monteren en demonteren van elektroden of het verspreiden en verwijderen van materiaal en afval, die worden uitgevoerd wanneer de lasmachine is aangesloten op de stroomvoorziening, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door werknemers die zijn opgeleid op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk, inclusief de informatie over de risico's die de perseenheid met zich meebrengt.
- Tijdens het gebruik van de machine moet de bediener zich in het onderstaande gebied bevinden
ZD-NX-4 werkgebied (groene kleur)
9.3 Voorwaarden voor arbeidsveiligheid van personeel dat verantwoordelijk is voor onderhoud en reparatie van de lasmachine- Voor alle onderhoudstaken en reparaties is een vergunning van de bevoegde personen vereist.
- Het is VERBODEN service-, onderhouds- of preventiewerkzaamheden uit te voeren zonder het apparaat los te koppelen van de voeding. Deze werkzaamheden vereisen bijzondere zorgvuldigheid. Men moet altijd onthouden dat condensatoren van de anodegenerator elektrische lading met een spanning van 5000 V kunnen vasthouden, zelfs nadat het lasapparaat is losgekoppeld van het elektriciteitsnet. Voordat de onderdelen van de hoogfrequent generator worden aangeraakt, moeten deze condensatoren altijd worden ontladen.
- HET IS VERBODEN de machine te smeren tijdens het gebruik.
- Al het personeel dat verantwoordelijk is voor de bediening en het onderhoud van de machine moet goed worden opgeleid en geïnstrueerd.
- Tijdens de werking van de generator staan de componenten en de componenten van het uitgangscircuit onder hoogfrequente spanning. De aarding van de machinestructuur moet met bijzondere zorg worden uitgevoerd. Men moet ook onthouden dat de tijd dat de generator in werking is terwijl de beschermkappen verwijderd zijn, tot een minimum beperkt moet worden.
- Alle reparaties moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de geldende principes voor het repareren en bedienen van apparaten door een persoon met een geschikt certificaat dat is afgegeven door de betreffende vereniging van elektriciens (in Polen: SEP).
- Elke onderhouds- of reparatiehandeling mag uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd en gekwalificeerd personeel dat in staat is defecten en storingen correct te interpreteren en installatieschema's te lezen, zodat alle demontage- en montagehandelingen die verband houden met standaard onderhoudsprocedures op een professionele en - wat het belangrijkst is - veilige manier worden uitgevoerd.
- Betreed tijdens onderhoudstaken of andere vereiste handmatige handelingen nooit het gebied dat blootgesteld is aan potentiële en voorspelbare gevaren en plaats er geen lichaamsdelen in om het risico op potentiële en voorspelbare gevaarlijke situaties te elimineren.
- de machine op een andere manier gebruiken dan beschreven in deze Bedienings- en Onderhoudshandleiding
- onjuiste installatie, niet uitgevoerd volgens de procedures die in deze handleiding worden beschreven
- onjuiste bediening van de machine of bediening door personeel zonder de juiste opleiding
- machinelevering van onjuiste parameters
- onvoldoende onderhoud van de machine
- ongeoorloofde wijzigingen of ingrepen door personen zonder de vereiste licenties, vergunningen of training,
- gebruik van andere dan originele reserveonderdelen
- handelingen door personen die niet in overeenstemming zijn met de principes in deze Bedienings- en Onderhoudshandleiding en waarschuwingsinformatie.
10.0 Elektrische documentatie
10.1 Parameters voeding - Technische gegevens
Stroomvoorziening |
3 x 220 VAC; 50/60 Hz |
Hoofdbescherming |
40 A |
Geïnstalleerde capaciteit |
6 kVA |
HF-vermogen |
4 kW |
Bedrijfsspanning |
24 VDC |
Werkfrequentie |
27,12 MHz |
Frequentiestabiliteit |
+/- 0.6 % |
Generatorlamp (metaal-keramische triode) |
7T85RB |
Systeem met ontladingscircuit |
complete ANTIFLASH met HF-filter |
10.2 Lijst van elektrische apparaten
Alle onderdelen die in de machine worden gebruikt, zijn typische elektrische onderdelen die in elke speciaalzaak verkrijgbaar zijn. Bij de keuze van deze elementen laat de fabrikant, in geval van vervanging, de keuze aan de ontvanger, op voorwaarde dat de gebruikte vervangers dezelfde technische parameters hebben. De lijst met elektrische apparaten is opgenomen in hoofdstuk 13.3. Als je vragen hebt, neem dan contact op met de fabrikant.
10.3 Conceptontwerptekeningen elektrische installatie
OPMERKING: Het bedradingsschema is opgenomen in de bijlage van deze handleiding.
Zie bijlage
11.0 Pneumatische documentatie
11.1 Technische gegevens
Bedrijfsdruk |
0,4 - 0,8 MPa |
Persluchtverbruik |
Max. 11 nl (standaard) per cyclus |
Luchtzuiverheid |
volgens ISO8573-1:4-4-4 |
Filterprestaties |
20 um (ISO8573-1 4-4-4) |
Het pneumatische systeem van de lasmachine werkt:
- perseenheid
ZIE BIJLAGEN
12.0 Algemene instructies
12.1 Algemene instructies
De toegepaste constructieoplossingen en de hoogwaardige componenten maken een goede werking van de machine mogelijk voor een periode van ongeveer 30 jaar. Er kunnen zich echter veranderingen voordoen in de behoeften van de eindgebruiker of veranderingen in de principes of normen die op dit moment niet te voorspellen zijn, waardoor het nodig kan zijn om de machine voor het einde van de bovengenoemde periode weg te doen. Dit geldt ook voor vervangen of gerepareerde onderdelen of componenten van de lasmachine.
De Eindgebruiker is verplicht om ervoor te zorgen dat de verwijdering van de machine of onderdelen daarvan wordt uitgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke vereisten die op een bepaald moment en op een bepaalde plaats gelden.
Alle onderdelen van de machine zijn recyclebaar. Verwijdering van gevaarlijk afval moet altijd worden uitgevoerd door gespecialiseerde bedrijven.
Soorten afval die ontstaan tijdens de levenscyclus van de machine worden hieronder beschreven in punt 12.2
12.2 Afval
Al het afval dat vrijkomt bij vervangings- of technische onderhoudsactiviteiten en dat vervuild is met vet, mag niet samen met industrieel afval worden verwijderd.- vloeibaar of vast vetafval
- vetresten na het smeren of onderhoud van de machine
- stukken doek of papier verzadigd met stoffen die worden gebruikt voor het reinigen van de machineonderdelen
- gebruikte reserveonderdelen van de machine, afhankelijk van het materiaal waarvan ze gemaakt zijn
- generatorlamp!!!
Al het afval dat vrijkomt bij vervangings- of technische onderhoudsactiviteiten en dat vervuild is met vet, mag niet samen met industrieel afval worden verwijderd. Al het afval dat ontstaat tijdens het productieproces moet worden gescheiden en opgeslagen op aangewezen en gemarkeerde plaatsen.
HET IS VERBODEN om afval in de vuilnisbak te gooien, het op een andere manier rechtstreeks weg te gooien of het weg te gooien door standaard vuilnisophaaldiensten.
12.3 Procedure voor het demonteren van de machine vóór verwijdering
-
- Plaats het apparaat zo dat het onbeweeglijk staat.
- Koppel de voeding van de machine los.
- Koppel de persluchttoevoer van de machine los.
- Verwijder flexibele plastic of rubberen leidingen en laat ze afvoeren door een gespecialiseerd bedrijf.
- Koppel draden en elektrische apparaten los, verwijder ze en laat ze afvoeren door een gespecialiseerd bedrijf.
- Scheid stalen onderdelen en onderdelen van non-ferrometalen en laat ze afvoeren door een gespecialiseerd bedrijf.
13.0 Bijlagen
13.1 Label met model- en serienummer
Elke Miller Weldmaster machine heeft deze sticker op de achterkant van de machine. Hij identificeert het model- en serienummer van elk lasapparaat.
Het zal ook de spanning en de hertz aangeven die nodig zijn voor de werking.